Clown Kwibus hangt zijn pak aan de wilgen
Van top tot teen gemaakt voor het theater.
Na 45 jaar de paljas en goochelaar uitgehangen te hebben, viel het doek voor Clown Kwibus, alias Theo van Grinsven (74). Hoe voelt het om te stoppen na zo’n lange periode op het podium te hebben gestaan? In zijn clownspak tussen blije kinderen, kleurige schmink, grimeuses en rondvliegende kledingstukken.
- Jan de Valk
- Topic Berg & Dal
- Deel dit artikel
Van top tot teen gemaakt voor het theater.
Na 45 jaar de paljas en goochelaar uitgehangen te hebben, viel het doek voor Clown Kwibus, alias Theo van Grinsven (74). Hoe voelt het om te stoppen na zo’n lange periode op het podium te hebben gestaan? In zijn clownspak tussen blije kinderen, kleurige schmink, grimeuses en rondvliegende kledingstukken.
Om dat te weten te komen kunnen we maar één ding doen: op de fiets stappen, richting Groesbeek rijden en aanbellen bij Theo van Grinsven. Een hartelijke ontvangst valt ons ten deel. Theo steekt meteen van wal en blijkt het type dat met passie over zijn vak vertelt en nuchter terug kan kijken op een aantal zaken. De man achter Clown Kwibus is een serieus en vriendelijk mens en geen clown. Privé en werk moet je gescheiden houden, hè. Kom, we gaan op zoek naar de bezieling van de artiest.
Je artiestenleven is niet met Clown Kwibus begonnen, hè?
“Nee, ik begon als goochelaar. Ik noemde mijzelf Manitas, dat betekent vingervlug in het Spaans. Ik kom uit een creatieve familie. Er werd bij ons thuis veel gezongen en gedanst. Het artiest zijn zat in mijn genen. Na mijn diensttijd woonde ik in Nijmegen. Bij mij in de buurt woonde een goochelaar. Twee keer per week ging ik met hem optreden en oefenen. Hij gaf me veel tips en aanwijzingen, zodat ik me kon verbeteren. Het was een kwestie van oefenen en nog eens oefenen. Hard werken dus. Ik heb veel voor artiestenbureaus gewerkt, vooral voor de feestfabriek van Arjan van Dijk uit Geertruidenberg. Als goochelaar trad ik op in diverse gedaantes, bijvoorbeeld als piraat of Mexicaanse goochelaar.”
Wanneer verscheen dan Clown Kwibus op het toneel?
“Zo’n dertig jaar geleden. Ik wilde graag voor kinderen optreden. Zo ontstond Clown Kwibus. Ik heb het typetje zelf verzonnen, de naam niet. Voor het succes moest ik hard werken. Ik volgde allerlei cursussen want als je iets doet moet je het goed doen. Met een eigen theatershow trad ik op door het hele land. Aanvankelijk combineerde ik Kwibus nog met goochelen. Later kwamen de attracties erbij en ging ik kinderfeesten op een vaste plek organiseren. Compleet met taart, limonade, attracties, ‘ik’ zei de clown. Ik ging niet meer naar de mensen toe, ze kwamen naar mij. Ik had toen zelfs personeel in dienst en ik werd regionaal bekend. Maar het achterliggende idee is altijd hetzelfde gebleven: mensen vermaken. En het moet betaalbaar blijven voor iedereen.”
Als goochelaar en clown heb je ongetwijfeld veel bijzondere momenten meegemaakt. Noem er eens een paar?
“Ja, jaa, dat zijn er zo veel. Mijn hele carrière is eigenlijk één groot bijzonder moment. Maar als kinderen op mijn kinderfeesten komen en na afloop zeggen: ‘dit was de mooiste dag van mijn leven’, dan doet je dat wat. Zeker als andere kinderen die te gast zijn geweest zeggen: ‘dat wil ik volgend jaar ook.’ Kinderen vertellen alles, die zijn puur, ze nemen je in vertrouwen. Ik heb het meegemaakt dat kinderen vertelden over de dood van hun oma en opa, of over het scheiden van hun ouders. Wat me het meest bijgebleven is? Al die blije gezichten, zeker als je hebt opgetreden voor zieke kinderen. Kinderen met kanker bijvoorbeeld. Even konden ze dan de ellende vergeten. Daar werd ik zelf ook heel erg blij van. Als goochelaar trad je op in theaters, als onderdeel van een grote show. Soms zat je met zijn allen op elkaar gepropt in een kleine kleedkamer. Muzikanten, acteurs, danseressen, iedereen moest zich daar in dezelfde ruimte omkleden. De kledingstukken vlogen in het rond, rommelig, maar reuzegezellig.”
Wie is Theo van Grinsven? In relatie tot het vak van artiest.
“Ik ben een creatief mens. Als kind had ik in de koeienstal al een theater nagebouwd en trad ik op voor familie en buurtgenoten. Eigenlijk had ik naar de toneelschool gemoeten. Maar ja, ik was jong in de jaren vijftig-zestig, dat waren andere tijden. Toneelschool, dat was toen not done in Groesbeek. Dus werd ik timmerman en later jarenlang productieleider bij De Kegro Deuren. Ik was getrouwd, had jonge kinderen, er moest brood op de plank komen. Maar daarnaast was ik goochelaar en clown. Zo’n dertig jaar geleden ben ik volledig beroepsartiest geworden. Ik ben van top tot teen gemaakt voor het theater. Wie Clown Kwibus is? Dat is gewoon een typetje. Ja, het kind in mij leeft wel voort in de clown, anders kan het niet. Dan is het niet echt. Ja, ik bedenk alles zelf, vaak kreeg ik ook inspiratie tijdens de optredens. Of verzon ik iets door er eerst over te dromen en erover na te denken. Dat gaf ik dan later vorm.”
Wat was je passie al die tijd, wat dreef je?
“Mensen vermaken en blij maken. Ik wilde kinderen graag een onvergetelijke middag bezorgen. En mijn droom leven, van kinds af aan droomde ik ervan artiest te worden. Die optredens gaven mij zoveel energie, dat werkte ook door in mijn privéleven. Het hielp mij om over moeilijke momenten heen te stappen, zoals het overlijden van familieleden.”
Wat heeft clown Kwibus en goochelaar Manitas verder nog voor jou betekend?
“Ik heb mijn droom kunnen leven en mij als entertainer kunnen ontwikkelen. Ik hou van het theater en van die liefde kon ik mijn beroep maken, wat wil je nog meer. Ik dank God op mijn blote knieën dat ik dit zo lang heb mogen doen. Ik trad op door het hele land: in casino’s, theaters, op boten in de haven van Rotterdam, op vakantieparken, in de grotten van Schin op Geul. Zo kan ik wel even doorgaan. Weet je wat ik leuk vond? Aan de afgelopen carnavalsoptocht nam een wagen deel met Clown Kwibus als thema. Gemaakt door jongeren die opgegroeid zijn met Clown Kwibus. ‘Oonze clown meh pensioen, nou motte deez kwibussen t mar doen’, stond er op de wagen.”
Dus je gaat Clown Kwibus en Manitas heel erg missen?
“Ik denk van niet. Het is goed geweest zo. Ik hóef niets meer. Dat is ook wel eens lekker. Ik heb nu meer tijd voor de kleinkinderen. En ik ben weer flink aan het goochelen geslagen. Clown Kwibus leeft nog hoor, die leeft voort in Theo van Grinsven. Het grappige is: Clown Kwibus kent iedereen, maar niemand kent Theo van Grinsven. Of ik nog op ga treden? Ik denk het niet, hooguit voor goede doelen. Dat laatste zie ik mezelf nog wel doen.”
Na het gesprek, in de deuropening, vertrouwt de echtgenote van Theo me nog toe dat Theo van familie en oud-personeel een 3D beeld van Clown Kwibus als afscheidscadeau krijgt. Dan wordt er na al die jaren hard werken toch nog een standbeeld opgericht voor Theo van Grinsven, Clown Kwibus en Manitas. Terecht.