De koffie zat in een armprothese
Tentoonstelling ‘smokkelen en winkeltjes’ in de Duffelt
- Topic Berg & Dal
- Deel dit artikel
Tentoonstelling ‘smokkelen en winkeltjes’ in de Duffelt
In een Millings gezin kwam eens in de zoveel tijd een Duitse tante uit Mainz op bezoek. Het was een klein tenger vrouwtje, maar als ze huiswaarts keerde, was ze twee keer zo dik geworden. Haar kleding zat vol met smokkelwaar. Ook de kapelaans fietsten af en toe vrolijk de Nederlands-Duitse grens over, volgeladen met smokkelwaar.
Goh, dat wist ik nog niet
Dit is zomaar een greep uit een aantal verhalen van de tentoonstelling ‘Ontdek de geschiedenis van de vergeten winkeltjes en de smokkelhandel’ die tot 27 oktober 2024 te zien is in de Heilige Antonius van Padua kerk in Millingen. De expositie is klein van omvang, maar groots en verrassend van inhoud. Het biedt een prachtige weergave van de smokkelpraktijken in de vorige eeuw en het bijbehorende tijdsbeeld. Als je langs de vitrines en de opstellingen van de tentoonstelling loopt, gaat er een wereld voor je open. En heel vaak denk je bij jezelf:‘goh, dat wist ik nog niet’.
Niet crimineel
Om eerst het bredere plaatje te schetsen: De smokkelarij kwam aan het begin van de negentiende eeuw, na de Franse periode, goed op gang. In de vorige eeuw werd er veel gesmokkeld tussen beide wereldoorlogen door. Brood, boter, koffie, geld, deviezen, vee, van alles ging de grens over. Het werd interessant om goederen die in het ene land goedkoper waren dan in het andere, illegaal de grens over te brengen. De mensen waren arm, de gezinnen groot, en men kon iedere extra cent goed gebruiken. Mensen uit alle lagen van de bevolking smokkelden en het werd over het algemeen niet als crimineel beschouwd. Zelfs de clerus deed eraan mee. In de Duffelt en de Ooijpolder ging veel smokkel over de Wetering, door de velden, te voet of per fiets.
Winkeltjes
De dorpen in de Duffelt waren in die tijd gesloten economische eenheden. De mensen waren niet mobiel en kochten alles in het eigen dorp. Je had in de Duffelt wel honderdtwintig kleine winkeltjes, van slager tot smederij. In die winkeltje kocht men de smokkelwaar. Die werd vervoerd in schorten en jurken met verborgen zakken, fietsstangen, kinderwagens met dubbele bodem. Noem maar op, men was daarin zeer creatief.
Doodgeschoten of verbannen
Het smokkelen was niet ongevaarlijk. Regelmatig werden smokkelaars doodgeschoten. Of ze verdwenen voor lange tijd in de gevangenis. Drie mensen uit één gezin in de cel in Veenhuizen, het kwám voor. Ook deportatie was een vorm van straf. De betrapte smokkelaar werd voor een bepaalde periode verbannen naar een ander deel van Nederland. Zonder het gebied te mogen verlaten. Als kostwinner kon hij dan geen inkomen inbrengen in het gezin dat zich maar moest zien te redden in de tussentijd.
Nog wat verhalen? Een Duitse oorlogsveteraan uit de Eerste Wereldoorlog had een armprothese. Regelmatig kwam hij vanuit Kleef naar Millingen, stopte koffie in zijn prothese en ging zo weer terug naar Duitsland. Ook de Duitse bus werd ingezet. De bus parkeerde vlak over de grens op het parkeerterrein om te draaien. De nooddeur werd geopend en vanuit een aangrenzende tuin werd een partij sigaretten ingeladen. Vervolgens reed de bus weer naar Duitsland.
Bijzondere verhalen.
Wat een bijzondere verhalen allemaal, hè. Vind je dat ook? Ga dan maar eens kijken bij de tentoonstelling. Dat kan tot 27 oktober 2024. Op dinsdag, vrijdag en zondag kun je van 14.00 tot 17.00 uur in de kerk terecht. Toegang is gratis.