Het leven na een auto ongeluk

Een bijzonder beschadigd brein

Een bijzonder beschadigd brein

Met een harde klap verandert binnen een fractie van een seconde het leven van Rob uit Groesbeek. Op 5 april 2022 gebeurt er iets onverwachts.  s’ Ochtends op weg naar zijn werk belandt hij met zijn auto tegen een boom. Met ernstig hersenletsel tot gevolg.

Hoe het begon
De exacte oorzaak van de crash is tot op de dag van vandaag niet opgehelderd. Rob en zijn vriendin Marlou Peters zijn vanaf die tijd vooral bezig met verwerking en herstel.

Rob: “Van de eerste anderhalve week na het ongeluk herinner ik me niets. Ik reed naar mijn werk en heb de macht over het stuur verloren. De aanleiding is onduidelijk. Het is in ieder geval niet veroorzaakt door een hersenbloeding, telefoongebruik, alcohol of een defect aan de auto. Dat is door de politie en het ziekenhuis onderzocht en uitgesloten. Later bleek dat ik een lantaarnpaal en daarna de boom heb geraakt.”

Marlou: “Volgens ooggetuigen was de auto al zeker 15 meter aan het slingeren alvorens hij van de weg raakte. Mensen die er als eerste bij waren belden 112. Binnen 7 minuten was de brandweer ter plaatse. Een militair verleende eerste hulp.”

De boom kwam aan de rechterzijde de auto inzetten, Rob knalde met zijn hoofd tegen de passagiersdeur. Hij brak rechts zijn schedel en het brein botste inwendig op en neer. Een linker- en een rechter hersenbloeding waren het gevolg. Een ambulance haastte zich naar het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen.

 De eerste uren
Marlou:“Ik zat op mijn werk en kreeg van een baliemedewerkster te horen dat de politie dringend op zoek was naar mij. Ik verstijfde. Wat is er gebeurd? Is Rob iets ernstigs overkomen? Of mijn ouders? Die onzekerheid op dat moment was slopend. Ik heb Rob gebeld, maar hij nam niet op. Niet op zijn mobiel, niet op zijn werk. Mijn ouders namen direct op, dus ik kreeg het vermoeden dat er iets met Rob aan de hand was. Tien minuten leken wel een uur. Toen de zus van Rob, Tanja, mij belde, wist ik dat het niet goed was.“

Van haar vernam Marlou dat Rob een eenzijdig ongeluk had gehad en naar het Radboud ziekenhuis was gebracht. Meer informatie had de politie haar niet kunnen geven. Was Rob gewond geraakt? Was hij overleden? Ze wisten het niet.

Marlou: “Ik sprong op mijn fiets en wist niet hoe snel ik bij de Radboud kon komen. Wat een dramatische rit! Alle scenario’s gingen door mijn hoofd. Toen ik binnen liep bij de spoedeisende hulp was mijn eerste vraag: ‘leeft 'ie nog?’ Mijn hart klopte in mijn keel. De zorgverlener lachte geruststellend, en zei, ‘ja, hij leeft nog’. Wat een opluchting! Samen met zus Tanja en vader Jos heb ik daarna urenlang in de wachtkamer gezeten, wachtend op informatie. Moeder Annemiek was onderweg naar het ziekenhuis vanuit Den Bosch. Daar was ze aan het shoppen voor onze bruiloft, die twee maanden later gepland stond.”

Rob: “Terwijl mijn familie zich in het ziekenhuis verzamelde, werd ik geopereerd aan één van de twee hersenbloedingen. Daar weet ik zelf uiteraard niets meer van. Na de operatie ben ik naar de IC gebracht. Hier werd ik door middel van medicatie in een kunstmatige coma gehouden.”

Marlou: “Net toen Annemiek binnenkwam, arriveerde ook de neurochirurg in de familiekamer. Ze zei: ‘de patiënt is stabiel, hij ademt.’  We konden Rob nu bezoeken op de IC. Op het eerste moment dat ik hem zag, viel er ondanks zijn ernstige letsel een enorme spanning van mij af. Ik voelde zijn lichaamswarmte en ervoer voor het eerst dat hij écht nog leeft.”

Is dit een droom?
Na drie dagen op de IC te hebben gelegen, wordt Rob verplaatst naar de afdeling neurochirurgie. Hier heeft hij de eerste week bijna alleen maar geslapen. Al gauw bleek dat hij lichamelijk geen uitval had, maar zoals gebruikelijk bij een hersentrauma was hij heel erg verward.

Rob: “Ongeveer anderhalve week later begon ik wat bewuster te worden van dat ik 'ergens' was, maar ik had niet duidelijk waar en waarom precies. Is dit echt? Is dit een droom? Mijn taalgebied in de hersenen was ernstig aangetast. Ik herkende mijn familie wel, maar begreep niet goed wat ze zeiden en kon hun naam niet meer noemen. Toen Marlou en Tanja doorhadden dat ik hen niet begreep lieten ze mij foto's zien van het ongeluk. Er vielen veel puzzelstukjes op hun plek. Ik liep naar de spiegel om te checken of die wond op de foto daadwerkelijk op mijn gezicht zat. Tot die tijd had ik niet doorgehad dat de rechterkant van mijn gezicht naar beneden hing doordat die zenuwen niet werkten. Mijn rechteroog kon ik niet dicht doen en een mondhoek bleef naar beneden hangen. Stemmingen en gevoelens had ik wel, maar ik had er geen mening over. Ik nam de werkelijkheid waar, maar kon het niet onder woorden brengen. Week na week werd ik steeds een beetje bewuster.

Dan begint het revalideren
Vanuit het Radboud ziekenhuis verhuisde Rob naar de Sint Maartenskliniek. Daar begon een pittig revalidatietraject. Als afasiepatiënt volgde Rob veel logopedie lessen, maar ook fysiotherapie, ergotherapie en sport kwamen aan bod.

Rob: “Gedurende de eerste weken ging ik met sprongen vooruit. Iedere week verbeterde mijn taalvermogen en mijn conditie. Daarna moest ik opnieuw geopereerd worden. Dit keer aan mijn beknelde aangezichtszenuw, waar de verlamming in mijn gezicht door werd veroorzaakt. Het was een aanslag op mijn lichaam en even leek het alsof alles wat ik had opgebouwd weer was weggezakt. Toen ik na een week de therapie kon hervatten, bleek gelukkig dat mijn brein in die tussentijd wel degelijk verder was hersteld. Ik heb veel gehad aan die tijd. Momenteel woon ik thuis, maar ik heb nog steeds drie dagen per week therapie bij de Sint Maartenskliniek. Dit is gericht op het verbeteren van mijn communicatievaardigheden, het aanvoelen van mijn (nieuwe) grenzen, het leren omgaan met tijdsdruk en het re-integreren op mijn werk.”

Marlou: “Ik had niet durven dromen dat het nu zo goed gaat met Rob. Toch is het niet altijd makkelijk om alles 'gewoon' weer op te pakken. Het kost ons meer tijd en aandacht om elkaar goed te begrijpen. Dat dwingt ons voortdurend om te vertragen in een nogal bloeiende periode van het leven. Ondanks alle veranderingen, is het karakter van Rob gelukkig hetzelfde gebleven. Zijn gastvrijheid, eigenwijsheid, zorgzaamheid... het is er allemaal nog. Daar ben ik dankbaar voor. ”

De toekomst
Rob: “Het is zo'n bizarre situatie om hier in terecht te komen. Je kunt dit allemaal niet voorspellen, maar dan is het er opeens en volgt er ongelooflijk veel liefde. Ik ben dankbaar voor de steun van familie, vrienden, zorgverleners en vooral Marlou. De relatie met haar is nog hechter geworden. Deze gebeurtenis heeft mij ook weer zo veel inzichten gebracht. Ik ervaar dat ik vaker waarneem wat er gebeurt zonder dat ik er allerlei hersenspinsels aan toevoeg. Daar speelt mijn verleden in meditatie een rol in. Ik had natuurlijk nooit kunnen voorspellen dat zen voor mij deze diepere betekenis zou krijgen. Ik blijf ook eerlijk naar mijzelf. Wat kan ik wel, wat kan ik niet? Normale zaken zoals luisteren, praten, lezen en schrijven, zijn opeens een uitdaging geworden. De toekomst is deels in nevelen gehuld, maar zekerheden in het leven bestaan sowieso niet. Ook al blijft het voor mij en Marlou ook heel pijnlijk wat er is gebeurd.”

Marlou: “Je stelt je verwachtingen steeds bij. Als Rob op de IC ligt hoop je dat hij zijn ogen opent, op de verpleegafdeling hoop je dat hij contact maakt. En nu zou je soms willen dat alles weer bij het oude is.”

Samen: “We pakken de draad van het leven weer op. Al een tijdje. Het blijft een emotionele zoektocht. Verdriet en vreugde lagen nog nooit zo dicht bij elkaar. Maar er is zoveel in het leven wat het de moeite waard maakt. Als we het even kwijt zijn, krabbelen we toch op en vinden we elkaar weer. En die trouwerij? Die komt er echt wel. Volgend jaar juni.”

Naar het overzicht

Jan de Valk

Over de schrijver

Jan de Valk

Jan schrijft met passie en beleving en dat lees je terug!

Lees meer

© 2024  |  RvB Media - Topic Magazines  |  Privacyverklaring