In de Ooijpolder ben ik thuis!

Iedereen kent haar: Daphne Deckers, schrijver, columnist en presentator. Maar ook de vrouw van tennislegende Richard Krajicek. Een echte BN-er dus, opgegroeid in Persingen! Voor Topic mochten we Daphne een aantal vragen stellen.

Iedereen kent haar: Daphne Deckers, schrijver, columnist en presentator. Maar ook de vrouw van tennislegende Richard Krajicek. Een echte BN-er dus, opgegroeid in Persingen! Voor Topic mochten we Daphne een aantal vragen stellen.

Je schrijft al vijfentwintig jaar een wekelijkse column, waar haal je de inspiratie vandaan?
Uit het leven. Ik schrijf over dingen die mij verbazen, waar ik me aan erger of die me juist aan het lachen maken. Ik zie overal een verhaal in. Laatst schreef ik een column over het treurige feit dat steeds meer Amerikaanse ouders een kogelwerende rugzak voor hun schoolgaande kinderen kopen vanwege alle school-shootings. Zoiets raakt me enorm. Maar als er een top-5 uitkomt van ‘kledingstukken die mannen vreselijk vinden bij vrouwen’ schrijf ik ook daar een column over. Dan voel ik meteen dat daar een grappige insteek zit. Bijna iedere dag reageert er wel iemand op mijn column; overal waar ik kom spreken mensen mij erop aan. Dat is ontzettend leuk, want schrijven is een eenzaam beroep. Het blijft een gek idee dat honderdduizenden mensen zaterdag je stukje lezen. Laatst vloog ik naar mijn dochter in Los Angeles en toen kwam de captain vertellen dat ook híj mijn column las. Hartstikke aardig natuurlijk, maar ik dacht wel: ga nu maar weer sturen, haha!

Meer dan 1,3 miljoen van je boeken gingen over de toonbank. Wat wil je graag bereiken bij je lezers?
Ik hoop dat ik mijn lezers kan raken. Dat ze er om moeten lachen, er troost uit kunnen putten of juist geëmotioneerd door raken. In mijn non-fictie werk (zoals bijvoorbeeld mijn opvoedboeken) zit veel herkenbaarheid; dan lachen lezers eigenlijk om zichzelf omdat ze de situaties herkennen: “Gelukkig, ik ben niet de enige!” In mijn columns zit vaak ook een element waarvan je hopelijk denkt: goh, dat wist ik nog niet. Zoals bijvoorbeeld dat je eerder een orgasme krijgt wanneer je je sokken aanhoudt. Dat had een Groningse onderzoeker uitgedokterd, dat was té mooi om er géén column over te schrijven. Mijn romans zijn entertainment. Ik schrijf comedy, maar zonder drama heb je geen comedy dus er zit ook altijd een serieuze onderlaag in. Wanneer lezers mij via social media berichten: “Ik kon Dubbel zes tijdens mijn vakantie niet neerleggen en heb er hardop om moeten lachen!” dan heb ik mijn doel bereikt. Het blijft natuurlijk toch altijd weer spannend hoe een boek aankomt.

Je woonde in grote steden als Milaan, New York en Parijs. Wat is voor jou een reden om je oude woonplaats Persingen, het kleinste dorp van Nederland, te bezoeken?
Ik kom nog steeds heel graag in Nijmegen en in de Ooijpolder. Wanneer ik over de Waalbrug rijd, kijk ik steevast naar links de polder in en dan denk ik: hier ben ik thuis. Dat zit heel diep, ook al woon ik al decennia ergens anders. Ik ben geboren in Nijmegen en opgegroeid in Persingen. De Ooijpolder voelde als een eeuwigdurende vakantie: van het zwemmen in de grindgaten tot het hutten bouwen in het groen. Zeker in de tijd dat ik in grote steden woonde zoals New York kwam ik graag zuurstof happen bij mijn ouders in Persingen. Maar ze wonen er allang niet meer, helaas, en mijn vader is inmiddels overleden. Mijn ouderlijk huis was een tijdje een bed&breakfast, en toen heb ik met mijn man en kinderen in mijn ‘eigen’ huis gelogeerd. Richard en ik in mijn oude slaapkamer, en onze kinderen Emma en Alec in de slaapkamer van mijn broer. Wat een mindtrip was dát! Maar inmiddels is het een zorgboerderij, dus nu kom ik er nog maar zelden.

Met een man als Richard Krajicek en zoon Alec die proftennisser wil worden, is de tennissport waarschijnlijk een hot item in jullie gezin. Kun je zelf eigenlijk een balletje slaan?
Haha, nee! Ik was vooral HB’er, van Halen/Brengen. Fruitmoeder, rij-ouder, bardienst: hele weekenden heb ik langs de lijn doorgebracht bij mijn sportende kinderen. Maar zelf tennissen – nee. Vanaf dat Emma en Alec een jaar of acht waren, had ik al geen schijn van kans meer. Maar Alec vind het denk ik ook wel fijn dat er íemand in de familie is (zijn tante Michaëla is immers ook proftennisser) die totaal niet kan tennissen maar gewoon voor hem langs de kant zit.

Hebben je kinderen, Emma en Alec, het als pubers kunnen waarderen dat je over hen schreef?
Ik heb de mazzel dat ze lang niet alles gelezen hebben, haha! Nee, even serieus: ik heb (hoop ik) altijd goed aangevoeld wat ik wel en niet over mijn gezin kon schrijven. Sommige dingen horen niet in de grootste krant van Nederland. Je hoeft ook niet altijd expliciet over je eigen kinderen te schrijven om bijvoorbeeld toch iets over de woelige puberteitsjaren te kunnen zeggen. En het is de toon die de muziek maakt: ik schrijf het liefst comedy of met een kwinkslag, dus ik ben vooral op zoek naar geestige anekdotes, niet naar pijnlijke of verdrietige momenten die mijn kinderen liever niet gepubliceerd zouden willen zien. Vorig jaar heb ik in opdracht van de Maand van de Spiritualiteit het essay Sterrenstof geschreven; dat is het meest persoonlijke wat ik tot nu toe over mijn kinderen - en het uitvliegen daarvan - heb geschreven. Dat hebben ze allebei nog niet gelezen. Twee exemplaren staan hier met een mooie inscriptie in mijn boekenkast te wachten tot ze het willen lezen. Dat zal wel niet vandaag of morgen zijn, haha! Meestal kun je zulke inzichten en gevoelens pas écht waarderen als je zelf kinderen krijgt; zo ging het bij mij en mijn moeder ook.

Wat staat er bovenaan je ‘To do list?
Schrijven, schrijven, schrijven! Heerlijk dat ik weer ga beginnen, mijn hoofd loopt over van de ideeën. Ik heb twee jaar aan Dubbel zes gewerkt en daarna een aantal maanden een promotie-tour gedaan, dus ik had mezelf een vrije zomer beloofd. Meestal schrijf ik gewoon door in mijn vakanties, maar nu heb ik he-le-maal niks gedaan. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus ik ben alweer druk bezig met het uitdenken van een plot voor een nieuwe roman. Daar doe ik een aantal weken over. Ik ga pas schrijven als alle puzzelstukjes in elkaar passen.

Welke van je dromen mag (of moet) er over vijf jaar zijn uitgekomen?
Volgend najaar komt de verfilming van mijn roman Alles is zoals het zou moeten zijn in de bioscoop, dus dat is alvast een droom die uitkomt. Hopelijk gaat de roman die ik dit jaar heb gepubliceerd, Dubbel zes, ook verfilmd worden. Dat zou geweldig zijn, maar ik besef dat het een lange weg is. Er zijn ook ideeën voor de verfilming van mijn kinderboek Het vliegende schaap, over de allereerste ballonvaart in 1783 die werd ‘bemand’ door een schaap, een haan en een eend. En ik ben in gesprek om weer iets op televisie te gaan doen. Spannende ontwikkelingen, maar ik heb geleerd niet te ver vooruit te kijken. Het leven weet je altijd weer te verrassen, dus go with the flow.

Groetjes, Daphne

Naar het overzicht

© 2024  |  RvB Media - Topic Magazines  |  Privacyverklaring