Op bezoek bij de traumaheli
In het kader van ‘bijzondere verhalen’ mocht ik onlangs op bezoek bij de mensen van de traumaheli op vliegbasis Volkel. Ik sprak er met medisch coördinator MMT Geert-Jan van Geffen van het Radboudumc.
- Remi van Bergen
- Topic Berg & Dal
- Topic Boxmeer
- Topic Cuijk
- Topic Maasduinen
- Topic Wijchen
- Deel dit artikel
In het kader van ‘bijzondere verhalen’ mocht ik onlangs op bezoek bij de mensen van de traumaheli op vliegbasis Volkel. Ik sprak er met medisch coördinator MMT Geert-Jan van Geffen van het Radboudumc.
Bij aankomst laat ik enthousiast de uitgeprinte mail met mijn afspraak zien aan de beveiliger. Nee, zo werkt het niet. Ik moet me op kantoor aanmelden om binnen te komen. Even erna rijd ik, onder escorte van twee militairen, naar de locatie van het traumaheli team. Ook wel logisch denk ik achteraf, ik rij tenslotte op een militaire vliegbasis, min of meer tussen de F-16’s.
Aangekomen bij het kantoor, annex verblijf, zie ik de traumaheli al staan, de Lifeliner 3, steeds weer indrukwekkend om te zien. Ik wordt ontvangen door Geert-Jan van Geffen, de medisch coördinator en anesthesioloog. Ik krijg een rondleiding door het gebouw en we gaan samen naar de kantine voor het gesprek.
Lifeliners
Nederland heeft vier heli-Mobiel Medische Teams (heli-MMT’s) inzetbaar. De standplaatsen zijn: Amsterdam: Lifeliner 1, Rotterdam: Lifeliner 2, Volkel: Lifeliner 3, Eelde: Lifeliner 4. Alle hebben een eigen inzetgebied van rond de honderd kilometer vanaf de standplaats. Het heli-MMT Nijmegen, Lifeliner 3, is gestationeerd op vliegbasis Volkel en wordt in de meeste gevallen ingezet in de regio’s Brabant Midden, Zuid en Noord; Gelderland; Noord- en Midden- Limburg en (Zuidoost-) Utrecht en in een stukje Duitsland. Komt er een melding als de heli al in de lucht is dan wordt deze melding overgenomen door een ander team. De Lifeliners zijn van de ANWB.
Team
Het MMT (Mobiel Medische Team) bestaat uit een gespecialiseerd arts, anesthesioloog of traumatoloog, een verpleegkundige gespecialiseerd in spoedeisende hulp of ambulancezorg en een piloot (afhankelijk van het vervoermiddel). De artsen en verpleegkundigen zijn in dienst van het Radboudumc. Alle hulpverleners zijn naast hun reguliere opleiding specifiek opgeleid en getraind voor dit werk door middel van aanvullende medische en vliegtechnische opleidingen. Behalve de inzet in het MMT werken deze mensen doorgaans ook in het ziekenhuis. In Nederland bestaat een MMT uit ongeveer dertig professionals die in wisselende samenstellingen dienst hebben.
Wanneer ingezet
Het MMT wordt ingezet voor patiënten die dringend medisch specialistische zorg nodig hebben, als de plaats van het incident moeilijk te bereiken is. Daarnaast mag de meldkamercentralist beslissen om het MMT in te zetten bij bijvoorbeeld complexe langdurige hulpverlening. Er zijn niet veel ziekenhuizen die hoog-gespecialiseerde trauma en IC-zorg en leveren. Zoals bijvoorbeeld de traumacentra (academische ziekenhuizen en enkele grote algemene ziekenhuizen), kinderziekenhuizen en brandwondencentra. In zo’n geval kan tijd een cruciale rol spelen en biedt vervoer per helikopter een snelle oplossing. Men vliegt altijd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis waar men deze gespecialiseerde zorg ook kan bieden. Het MMT is binnen twee (!) minuten (in de nacht binnen vijf minuten) na een melding al onderweg naar de locatie van het ongeval of incident. Het team heeft hiervoor dus de beschikking over een helikopter en een speciaal uitgerust voorrangsvoertuig. Gemiddeld zijn er 2.800 inzetten per jaar!!
Ambulance of helikopter
In 90% van de gevallen wordt de patiënt met een ambulance vervoerd, vaak vergezeld door de MMT-arts. In een ambulance is meer werkruimte en zo nodig kan de ambulance langs de kant van de weg stoppen om medische handelingen te verrichten. Een patiënt wordt alleen met de helikopter getransporteerd als zijn toestand dit toelaat en er een duidelijke tijdwinst te behalen is.
De auto, het voorrangsvoertuig, wordt gebruikt als de helikopter niet inzetbaar is, bijvoorbeeld door slechte weersomstandigheden of vanwege technische problemen. Er kunnen geen patiënten vervoerd worden met deze auto. “Bij ons bestuurt de verpleegkundige de auto en rijdt de arts mee. In de heli vliegt de piloot de helikopter, navigeert de verpleegkundige en de arts communiceert met de meldkamer. De helikopter heeft een aantal voordelen op het MMT-voertuig. Hij vliegt erg snel, wel 270 km per uur. Daarom kan hij in dezelfde tijd een groter gebied bereiken dan met vervoer over de weg mogelijk is. En de helikopter kan landen op plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn voor auto’s en ambulances.”
Landingsplaats
“Uiteraard moet de Lifeliner zo dicht mogelijk bij het eventuele ongeval of patiënt landen. In wet- en regelgeving is vastgelegd wat de minimale afmetingen van een landingsplek moeten zijn. Overdag is dat 25 x 25 meter. Tussen zonsondergang en zonsopkomst (als het donker is: de donkerperiode): 25 x 50 meter én buiten de bebouwde kom of op door ons vooraf verkende plaatsen. De piloot is speciaal getraind om in te schatten of de landingsplaats geschikt en veilig is. Tijdens de donkerperiode moeten we landen met behulp van nachtkijkers.”
Live inzet
Tijdens het interview met Geert-Jan komt er een oproep binnen. Door het hele gebouw klinkt een signaal. De dienstdoende piloot snelt zich naar het toestel. De trauma arts gaat in gesprek met de meldkamer. De verpleegkundige kijkt wat de aanvliegroute is en of er obstakels op de route zijn. Ondertussen rennen Geert-Jan en ik naar buiten. De piloot zit al in de helikopter, de trauma arts staat inmiddels voor de heli, volgt de instructies van de piloot, samen checken ze de heli. Dan neemt de arts ook plaats in het toestel Ondertussen komt de verpleegkundige aangesneld met alle info op zijn Ipad. Hij wacht op het sein van de piloot om ook aan boord te gaan. Binnen een paar minuten vertrekt de Lifeliner 3 naar een ongeval in Dieren. Geert-Jan blijft achter, houdt contact met de heli en luistert naar de meldkamer. Nog geen tien minuten later komt er een bericht, de heli is niet meer nodig, de patiënt is stabiel en gaat met de ambulance mee. De mannen zitten dan al boven Lent en komen weer terug naar Volkel. Wanneer ze terug zijn, zorgen ze ervoor dat het toestel weer startklaar staat voor de volgende inzet. Het is lunchtijd, de mannen beginnen aan hun boterham. Na amper twee happen, komt er een volgende oproep. Daar gaan ze weer!