Scheidend en nieuwe directeur van het Vrijheidsmuseum
Als je de geschiedenis niet kent, kun je er ook niet van leren
- Topic Berg & Dal
- Deel dit artikel
Als je de geschiedenis niet kent, kun je er ook niet van leren
Het is belangrijk te weten wat het belang van vrijheid is en wanneer deze in het gedrang komt. Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek voorziet in die behoefte van veel mensen. Zie het maar als een estafette die loopt door vele generaties. Ouddirecteur Wiel Lenders draagt het stokje over aan Esther Horsten. Tijd voor een dubbelinterview.
Hoe zien jullie de rol van het Vrijheidsmuseum?
Esther -wijzend naar de muur-: “Wij vertellen het verhaal van oorlog en vrijheid zonder grenzen. We begonnen met het vertellen van het bevrijdingsverhaal. Maar daaraan zit een voor- en achterkant. De voorkant betreft de opbouw naar de Tweede Wereldoorlog, de achterkant de naoorlogse periode. Denk bij dat laatste aan zaken als de wederopbouw, de oprichting van de VN, de EU en de val van de muur. Het vertellen van dat verhaal dát is onze taak. En mensen stimuleren erover na te denken en met elkaar in gesprek te gaan. Zo kunnen we de wereld anno nu beter duiden. Laat ons leren van het verleden. Vrijheid moet je koesteren. Dat kun je pas goed als je weet hoe je haar verloren hebt.”
Wiel: “Wie de geschiedenis niet kent, kan er ook niet van leren. Die geschiedenisles, die boodschap van vrijheid laten we zien met de vaste tentoonstelling maar ook door middel van tijdelijke exposities, evenementen, lezingen, filmvoorstellingen, vrijheidsfestivals en educatieve programma’s.” Esther: “Die tijdelijke tentoonstellingen zorgen voor verdieping van onze boodschap.” Wiel: “In het oude museum hadden we de spreuk: hoe verloren we onze vrijheid, hoe kregen we haar terug en hoe kunnen we haar behouden. Daarom zoomen we in ons museum ook uitgebreid in op de naoorlogse en vooroorlogse geschiedenis. Juist daarbij leer je hoe we de vrijheid zijn verloren en hebben teruggewonnen. De eerste helft van de twintigste eeuw stond in het teken van de vernietiging, de tweede helft in het teken van wederopbouw, welvaart en vrijheid. In het museum tonen wij de actualiteit na 1945, maar ook anno nu. Denk maar aan de Russische tank die voor ons museum staat. Of we ook aandacht hebben voor Israël en Gaza? Ik vind het helemaal geen probleem om een vernietigde voedseltruck uit Gaza voor het gebouw neer te zetten. Laat maar komen.”
Esther: “Als Vrijheidsmuseum bewegen we mee met de actualiteit, en laten we zien waar vrijheid in het gedrang is. En dat je haar goed moet bewaken. Als je denkt ‘we hebben alles voor elkaar op dat gebied’, als je denkt dat je er bent, dan ben je er juist niet. ‘Als het vuur gedoofd is, komen de wolven’, luidt een oud spreekwoord. Vrijheid is nooit af, als je het belang er niet van inziet, dan raak je haar kwijt. Dát is ons verhaal.”
Maar hoe blijf je daarbij buiten de politiek?
Wiel: “Wij houden ons verre van partijpolitiek.” Esther: “We gaan uit van de feiten. Daar blijven we bij.” Wiel: “Maar je moet in deze kwestie wel altijd voorzichtig zijn. De feiten worden vanzelf wel duidelijk. Als je te snel inzoomt op de oorzaken, kun je naast de feiten zitten.” Esther: “Bepaalde zaken op neutrale wijze weergeven kan daarbij helpen.”
Als je vanaf diverse locaties richting het museum kijkt, zie je dat het gebouw, de dome, als het ware als een zon boven de bomen oprijst. Moge het zonnetje van de vrijheid altijd blijven schijnen.
Wat is de kracht van het museum?
Esther: “We laten niet alleen de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding zien, maar plaatsen die periode in een uitgebreide historische context. De hele twintigste eeuw brengen we in beeld. Onze kracht zit hem in de manier waarop we zaken presenteren, de hoge kwaliteit van en de afwisseling in het gepresenteerde.” Wiel: “We kijken niet alleen vanuit Nederlands perspectief naar de Tweede Wereldoorlog, maar ook vanuit Europees en mondiaal perspectief. We tonen niet alleen de militaire geschiedenis, maar het lot van de burgers komt ook uitgebreid aan bod. We gebruiken bovendien moderne presentatietechnieken. We zijn bepaald geen stoffig museum.” Esther: “Bij ieder bezoek hier zie je weer nieuwe dingen. We zijn niet alleen een oorlogsmuseum, maar ook een vredesmuseum. We brengen een boodschap van hoop.”
We praten nu al een tijdje over vrijheid, maar wat is vrijheid eigenlijk, in jullie opinie?
Wiel: “Ik moet dan denken aan een oudadviseur van de Franse president Mitterrand. Hij zei: ‘er is geen mooier continent om te wonen dan Europa.’ Er is hier vrijheid van meningsuiting. Je draait hier voor je mening niet de bak in. En vergeet onze rechtsstaat niet. Vrijheid van meningsuiting kun je daarvan niet los zien. Net als democratie. Vrijheid wordt beschermd door wetgeving.” Esther: “Vrijheid is het tegenovergestelde van anarchie. Anders is het praktisch niet uitvoerbaar."
Vijf procent van het museumbudget komt uit een subsidiepotje. De rest verdient het museum zelf. Leg eens uit?
Wiel: “En dat is uniek in museumland. Je moet een onderscheid maken tussen projectsubsidies en structurele subsidies. Bij projectsubsidies moet je bijvoorbeeld denken aan tijdelijke exposities en digitalisering van de collectie.” Esther: “We streven er wel naar de structurele subsidie uit te breiden, dus de subsidie die we standaard elk jaar ontvangen. We zijn een grote organisatie met honderdvijftig vrijwilligers en een kleine staf. Dat maakt je kwetsbaar. Dus is uitbreiding van de staf een vereiste. Bepaalde taken kun je namelijk niet neerleggen bij de vrijwilligers qua verantwoordelijkheid en continuïteit. Zo zoeken we bijvoorbeeld een medewerker HR. Maar die kunnen we nu niet betalen. Daarvoor hebben we dus meer structurele subsidie nodig.”
Het museum heeft dus veel vrijwilligers. De omgang daarmee is een vak apart, lijkt me?
Wiel: “Nee hoor. De mensen moeten hun werk in een goede sfeer kunnen doen en het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van de maatschappelijke doelstelling. Medewerkers willen trots zijn op het museum en haar professionele organisatie. Het is belangrijk goed voor de mensen te zorgen en empathisch leiding te geven. Esther: “Er moet natuurlijk wel duidelijk leiding zijn. Met een heldere koers. Daar moeten vrijwilligers zich niet druk over hoeven maken. Dat is voor de staf.”
Waar moet het Vrijheidsmuseum in 2030 staan? Wat is de uitdaging?
Esther: “De inhoud staat. Het pand is zeer modern. Het is nu zaak in te blijven spelen op de actualiteit en maatschappelijk relevant te blijven.” Wiel: “We dienen het museum te laten groeien door een heldere, inhoudelijke lijn uit te zetten en de inhoud te moderniseren. Bovendien moet het bezoekersaantal groeien. De Duitse Markt speelt daarin een belangrijke rol. Die willen we verder exploiteren. Alleen al in NordRhein Westfalen wonen achttienmiljoen mensen, dus dat is de moeite waard.” Esther: “Vijftien tot twintig procent van onze bezoekers komt al uit Duitsland. We horen van die mensen terug dat ze hier relevante zaken leren. Op een niet vervelende, respectvolle manier. Wat we hier presenteren, vormt ook een stuk van hún geschiedenis.”
Hoe belangrijk is volgens jullie het bereiken van de jeugd met de boodschap die het museum wil uitdragen?
Esther: “Heel belangrijk. De jeugd is opgegroeid in vrijheid. Wij laten zien dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Vrijheid kan in het geding komen, ze is kwetsbaar. Daarom is scholenbezoek zo belangrijk.” Wiel: “’Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’, luidt een cliché. Twintig procent van onze bezoekers is jonger dan achttien jaar. Voor babyboomers is het thema Tweede Wereldoorlog vanzelfsprekender dan voor hen. Wij willen de jeugd ook eigenaar maken van de grootste catastrofe in de wereldgeschiedenis. De belangstelling van de jeugd voor dit thema is groot, de kennis evenredig minder. Maar geen man overboord, daarvoor zijn wij er, om hen dat bij te brengen. En de scholen natuurlijk ook.”
Verder nog wat?
Wiel: “Ik ben trots op wat wij hier hebben neergezet, met zijn allen. Directie, bestuur, vrijwilligers en staf, door voort te borduren op het pionierswerk van de initiatiefnemers uit 1987.” Esther: “Ook ik ben trots op het huidige museum en blij met het vertrouwen dat mij is gegeven dit alles verder te brengen. Uiteraard samen met de vrijwilligers, de staf en het bestuur.” Wiel: “Ik ben blij met Esther als nieuwe directeur. Ik heb groot vertrouwen in haar.” Esther: “En daar ben ik dan weer blij mee. Ik voel me bevoorrecht.”
Aan het einde van de vaste tentoonstelling kom je op het Vrijheidsplein terecht. Op de reusachtige krijtwand kun je jouw boodschap kwijt. Wat betekent vrijheid voor jou? Waardoor wordt ze bedreigd en hoe kunnen we haar beschermen? Denk daar maar eens over na!