We moeten financieel flink wind vangen

De Zuidmolen in Groesbeek is hard aan restauratie toe

De Zuidmolen in Groesbeek is hard aan restauratie toe

Als je vanaf Mook of Molenhoek of vanaf Klein Amerika Groesbeek binnenrijdt is ze niet te missen, de majestueuze Zuidmolen. Al sinds 1857 is ze beeldbepalend voor het aanzicht van Groesbeek. Een dergelijk monument moet stralen in volle glorie en is niet weg te denken in het heuveldorp. Daarom is Stichting de Zuidmolen druk bezig geld in te zamelen voor een broodnodige restauratie van de ‘oude dame’. Financieel moet er flink wind gevangen worden.

Een klap van de meule
Gerard Rikken, penningmeester en Belinda Heijmans, voorzitster van de stichting, praten Topic bij over de plannen voor het opknappen van de Zuidmolen en over het verleden van deze imposante verschijning.Gerard: “Ik gaf laatst een rondleiding aan de mensen van schlagergroep ‘Woarum Nie’ in de molen want zij hebben een schlager gewijd aan de molen. Ineens had ik het idee, ik wordt molenaar. Woarum Nie! Ik kreeg als het ware ‘Een klap van de meule’. Zoals het liedje heet.”

Het blijft in de familie
Hoe komen jullie nou zo gepassioneerd voor de Zuidmolen? Gerard: “Het was 2 voor 12 voor de Zuidmolen, we vochten tegen windmolens. De provincie Gelderland stond op het punt de subsidie in te trekken. Hierover verscheen begin 2023 een stukje in de Gelderlander.” Belinda: “Ik las dat stuk in de krant. Toen dacht ik, zo’n prachtmolen, die kunnen we toch niet laten verpauperen! Met carnaval sprak ik Gerard daarover aan en later was er mailcontact. Uiteindelijk wisten we een stichting compleet met bestuur te vormen.” Gerard: “Waarvan er drie uit de familie Jochijms komen. De molen is namelijk behoorlijk met mijn familie verbonden.” Dat zit zo. De Zuidmolen is gebouwd in 1857 en kwam in 1894 in het bezit van Jacobus Jochijms. In 1929 nam zijn zoon Piet de molen over. De moeder van Gerard was de oudste dochter van Piet en dus is Gerard de achterkleinzoon van Jacobus Jochijms. Het blijft in de familie.

Zonder Zuidmolen geen Groesbeek
Belinda: “De molen moet opgeknapt en in stand gehouden worden. Zonder Zuidmolen geen Groesbeek. Denk je eens in dat de molen er niet meer zou staan of als een soort ruïne de negatieve blikvanger van het dorp zou zijn. Die molen is het gezicht van Groesbeek.”

Restauratie
De Zuidmolen is in 2003 al gerestaureerd, maar daarna toch weer slecht onderhouden, vandaar die broodnodige nieuwe opknapbeurt. Ons bezoek aan de molen brengt dat ook duidelijk aan het licht: verwaarloosd schilderwerk, de schoren en de staartbalken staan te verrotten, het stucwerk en de kozijnen zijn aan vernieuwing toe, er dient een nieuw hekwerk te komen en de tuin kan ook wel wat onderhoud gebruiken. Voor de restauratie is zo’n 600.000 euro nodig. Dat is veel geld. Hoe gaat de Stichting Zuidmolen dat in Godsnaam bij elkaar harken? Gerard: “We kunnen veel zelf doen, maar voor een deel is het specialistenwerk. We hebben gecertificeerde aannemers nodig, omdat de molen een Rijksmonument is.”

Subsidie
“We krijgen weliswaar subsidie van de provincie Gelderland en van de gemeente Berg en Dal. Dat laatste is al bijzonder omdat de molen een Rijksmonument is. De gemeente is dat niet verplicht. De totale subsidie is echter onvoldoende.” Belinda: “De molen moet financieel flink wind vangen om de restauratie te realiseren. Daarom starten we een crowdfunding en iedereen kan ‘vriend van de Zuidmolen’ worden. In het voorjaar plaatsen we flyers op onze website waarop een en ander wordt uitgelegd en bovendien draait de molen met carnaval en op de open molendagen 11 en 12 mei. We willen de molen meer in de spotlights zetten, letterlijk door goede schijnwerpers te plaatsen. En figuurlijk door een goede PR. De molen moet weer een rol in de samenleving gaan spelen. Je kunt dan denken aan mogelijkheden om de molen te bezoeken, rondleidingen, scholenbezoek, en een rol als toeristische trekpleister. Niet onbelangrijk daarbij is dat de inkomsten stabiel kunnen blijven, maar ook dat we de molen goed moeten onderhouden. Kom op, hé, zo’n stukje historie van Groesbeek mag niet verloren gaan.”

Als ze stil staat gaat ze dood
We lopen nog steeds door de molen, al pratend over een en ander. Ja, ook de schrijver dezes, behoorlijk lijdend aan hoogtevrees, waagt zich aan de wankele, steile trapjes op weg naar de kap van de molen waar een prachtig uitzicht over Groesbeek en het Reichswald wacht. En ik aanschouw de krachtige raderen en machinerie die de wieken van de molen in gang zetten en draaiende houden en zo zorgen voor het malen van het meel. Wieken die bijzonder zijn, want als enige molen in Nederland, en wellicht in de wereld, bezit de molen vier Ten Have kleppen. Gerard: “Zeil over het raster van de wieken is niet nodig. Als de wieken draaien sluiten de kleppen vanzelf om meer wind te vangen. En die molen moet draaien, want als ze stilstaat gaat ze dood.” Oftewel, alles slijt dan onnodig hard. Ter geruststelling, de molen draait zowat elke woensdag. En dat is indrukwekkend om te zien. Gerard: “Snap je nou waarom ik als kind al gefascineerd was door de zuidmolen?!” Belinda: “Wie in Groesbeek en haar prachtige omgeving woont, zou daarom minstens één keer in haar of zijn leven de Zuidmolen beklommen moeten hebben.”

Tweede Wereldoorlog
Als je het tijdens zo’n beklimming redt tot in de kap van de molen, bereik je de plek vanwaar artillerie officier George Blackburn en zijn mannen van 9 november1944 tot 8 februari 1945 uitkeken over omgeving van Groesbeek tot aan het Reichswald, waar de Duitse troepen zich bevonden. De molen was in die tijd een artillerie observatiepost en ze speelde een cruciale rol in de informatievoorziening van de Amerikaanse militairen, die hier tijdens operatie Market Garden geland waren. Bepaald zonder gevaar was dit niet. Dergelijke observatieposten waren populair bij de Duitsers. Gerard: “De Duitsers schoten wel op de molen, maar meestal misten zij het doel. De molen werd eenmaal geraakt, maar bleef verder fier overeind staan.” Nog meer historische feiten? Het veld van voetbalvereniging De Treffers lag van 1940 tot 1965 pal naast de molen. En in 1947 waaide de kap van de molen tijdens een windhoos.

Achterkleinkind wordt weer molenaar
Terug naar het heden. Gerard volgt momenteel een opleiding tot molenaar bij Nico van den Broek. Hij gaat dus weer molenaar worden, zij het hobbymatig. Weet je hoe bijzonder dat is! Een achterkleinzoon van Jacobus Jochijms, die zoals gezegd de molen in 1894 in zijn bezit kreeg, wordt in 2024 weer molenaar. Dat is nog eens koren op de molen van de familiegeschiedenis. De historie herhaalt zich. Nou die restauratie nog.

 

Naar het overzicht

© 2024  |  RvB Media - Topic Magazines  |  Privacyverklaring