De hobby van… Pascal Peeters

Verdedigingswerk/pakwerk, speuren en appèl zijn onderdelen van IPG-training, wat staat voor Internationale Gebruikshonden Prüfungsordnung. Voor sommigen is dit een leuke hobby, voor Pascal Peeters is het zijn leven. Tussen ervaren rotten weet hij met zijn hond de ene na de andere prijs in de wacht te slepen.

Als kleine jongen van vier jaar liep Pascal Peeters (16) uit Boxmeer al met een grote Bouvier door het dorp. Toen hij twee jaar geleden pup Dex kreeg, een Duitse Herder, werd hij aangemoedigd met hem te gaan trainen. Zijn eerste trainingen startte in Malden, bij Kringroep Nijmegen. Daarna volgde een overstap naar VDH Kringgroep Maasland, waar hij zich direct thuis voelde. “Ik wil zo goed worden als jullie”, zei hij tegen zijn trainers Jos en Frank. Twee maanden later slaagde hij met zijn hond Dex voor het examen dat gericht is op het testen van de gehoorzaamheid en de sociale vaardigheden van de hond. Nog geen jaar later schreef hij zich in voor het Nederlands Kampioenschap.

Jongste deelnemer
Vlak voor de selectie voor het Nederlands Kampioenschap werd Dex ziek en overleed later, een verdrietige gebeurtenis. Trainer Jos had een hond die met pensioen was, Perle, die hij aan Pascal toevertrouwde. Op het NK haalde Pascal met Perle de derde plaats. Drie weken later mochten ze naar het Wereldkampioenschap in Frankrijk waar hij als jongste deelnemer tussen grote namen de vijfde plek wist te veroveren. Pascal: “Ik was doodzenuwachtig, volgens mijn moeder zo wit als mijn sneakers. Na bemoedigende woorden en een knuffel van mijn trainer liep ik met een grote grijns het veld op.”

Veel trainen
Een te lopen programma op een wedstrijd bestaat uit drie onderdelen. Bij het speuren wordt de neuswerkvaardigheid van de hond getest. Appèl richt zich op de gehoorzaamheid en de samenwerking tussen de hond en begeleider. “De hond moet dan precies naast me lopen tegen mijn been aan, en moet commando’s opvolgen.” Het derde onderdeel is het verdedigingswerk/pakwerk. “Dit moet je zien als een hond die een crimineel te pakken moet nemen. Om dit feilloos te kunnen is het zaak veel te trainen. ’s Morgens laat ik de hond uit voordat ik naar school ga, om daarna te trainen. Ditzelfde doe ik in de middag. ’s Avonds ga ik vijf of zes dagen per week naar de club in Neer voor trainingen. Mijn moeder is mijn trouwe chauffeur, zij traint daar ook met haar hond Djimmy. Het is magisch dat we dit samen kunnen doen. Naast veel trainen is het is belangrijk dat er respect is naar de hond. Voordat ik met een hond ga lopen, wil ik deze voelen. Ik wil een band opbouwen, de hond is mijn grote vriend, mijn compagnon. Mijn benadering is gericht op beloning, het is mijn doel dat iedere hond kwispelt. Wanneer ik de ketting aandoe bij de hond, moet er gewerkt worden, wanneer deze af is, wordt er geknuffeld.”

Pittig beestje
Met puppy Kor gaat Pascal een nieuw trainingstraject in. “Kor is een pittig beestje, een werkhond. Die energie moet je aankunnen, dat is een uitdaging. Wanneer een hond stress heeft, word ik rustig; wanneer de hond rustig is, krijg ik energie. In de trainingen kan ik mijn hoofd leegmaken. Mijn toekomst heeft alles met honden trainen te maken.” Na zijn opleiding ‘Werkhondenprofessional’ wil hij politiehonden gaan trainen. “Mijn hele leven wil ik stoppen in het trainen van honden. Ik ben trots op wat ik samen met mijn team tot nu toe heb bereikt. Vijfde op het WK worden is gaaf, maar is nog mooier als je daar hebt gestaan met vrienden.”