De blauwe flits
Loop je deze winter langs de beekjes, dan kun je als je geluk hebt, zomaar ineens een blauw met oranje flits voorbij zien vliegen. Dit is de prachtige ijsvogel (Alcedo atthis), vaak laag vliegend over het wateroppervlak, waarbij hij een snelheid van wel zestig tot tachtig kilometer per uur kan behalen. Dit vogeltje is te herkennen aan zijn scherpe hoge roep, die klinkt als ‘tie-tie’.
- Topic Berg & Dal
- Topic Maasduinen
- Deel dit artikel
Loop je deze winter langs de beekjes, dan kun je als je geluk hebt, zomaar ineens een blauw met oranje flits voorbij zien vliegen. Dit is de prachtige ijsvogel (Alcedo atthis), vaak laag vliegend over het wateroppervlak, waarbij hij een snelheid van wel zestig tot tachtig kilometer per uur kan behalen. Dit vogeltje is te herkennen aan zijn scherpe hoge roep, die klinkt als ‘tie-tie’.
De ijsvogel wordt in Engeland ook wel Kingfisher genoemd. De naam is afgeleid van het latijnse woord Alcedo dat 'koningsvisser' betekent. De ijsvogel jaagt voornamelijk op vis, maar is ook verzot op kikkers of (water)insecten. Hij zit dan vaak vanaf zijn uitkijkpost op een tak boven het water te speuren naar een lekker hapje. Als hij zijn prooi in het vizier heeft, duikt de ijsvogel er bijna loodrecht op af en komt snel weer boven water om ermee weg te vliegen naar een rustig plekje om zijn prooi verder te verorberen. Dit doet hij door het visje dood te slaan op de tak waar hij is geland. Hierna kan de vogel het visje lekker oppeuzelen. Soms zie je hem nog een keer het visje de lucht in gooien en opvangen. Zo zorgt hij ervoor dat hij de vis doorslikt met de kop als eerste, zodat hij niet kan stikken in de vinnen van het visje.
Een weetje: de ijsvogel heeft een soort inwendige duikbril: een extra ooglid
(het knipvlies) dat in een reflex over het oog schuift tijdens het duiken van de ijsvogel.
De ijsvogel broedt twee of drie maal per jaar in de periode van februari tot augustus. In de broedtijd leven de ijsvogels voornamelijk rondom wallen van leem of zand nabij het water. In deze wallen maken ze gangetjes met een lengte van dertig centimeter tot wel een meter, die eindigen in de nestkamer. De smalle gangen zorgen ervoor dat de eieren beter beschermd zijn tegen ‘rovers’. Ook loopt de gang iets op naar het nest toe, zodat er geen water het nest kan inlopen. Een paartje broedt samen de eieren, vier tot acht per broedsel,uit en wisselt elkaar hierin steeds af.
Maar hoe kun je nou zien of het mannetje of een vrouwtje is? Qua kleur zijn ze precies hetzelfde, maar het vrouwtje is te herkennen aan ‘de lippenstift’ die ze draagt: de oranjerode verkleuring op de onder snavel. Een jonge ijsvogel is te herkennen aan een dan nog wit puntje aan het einde van de snavel.
Zowel het mannetje als het vrouwtje zijn ijdel, zo poetsen ze hun vacht wel tot zesmaal per dag, waarvoor hij of zij uitgebreid de tijd neemt. De ijsvogel poetst zijn vleugels door ze over zijn kruin te wrijven, dit is uniek binnen de vogelwereld.
Met natuurlijke groet,