Een Erfgoedzadenproject op het landgoed Bleijenbeek
Een bonte verzameling oude granen in alle kleuren, vormen en smaken. Van rood, wit, blauw naar zwart tot paars en van langwerpig tot kogelrond. Ook glazig, glanzend, naakt, bedekt, zacht, nootachtig en krachtig. Van één miljoen tot honderd jaar oud uit vele landen van deze wereld, maar altijd even prachtig.
- Remi van Bergen
- Topic Maasduinen
- Deel dit artikel
Een bonte verzameling oude granen in alle kleuren, vormen en smaken. Van rood, wit, blauw naar zwart tot paars en van langwerpig tot kogelrond. Ook glazig, glanzend, naakt, bedekt, zacht, nootachtig en krachtig. Van één miljoen tot honderd jaar oud uit vele landen van deze wereld, maar altijd even prachtig.
Vierhonderd bijzondere oude granen op proefveldjes naast de kasteelruïne op het landgoed Bleijenbeek. En dat is nog niet alles: veertig oude bonenrassen, elf soorten al lang vergeten Fries vlas, voederbieten waaronder de Rode Buggenumse, Limburgse paardenbonen en nog veel meer. Voor komend jaar wordt gedacht aan een uitbreiding met nog eens honderd oude granen.
Waarom? Wie doet nou zoiets?
Wie: Stichting tot het behoud van oude graanrassen.
Waarom: Instandhouding, vermeerderen, veredelen, veiligheidsduplicaten, wetenschappelijk onderzoek, ter lering en vermaak, om weg te geven en ook gewoon omdat zij zo mooi zijn.
De Stichting tot het behoud van oude graanrassen bestaat uit een aantal aan oude granen, verslingerde vrijwilligers die ook graag ‘freutelen’ in de grond achter een dikke paardenkont. Met passie en liefde voor levend cultureel erfgoed en dan bedoelen we geen landschappen of iets dergelijks, want dat is al goed geborgd. De aandacht is vooral gericht op oude landbouwgewassen en de daarbij behorende akkerkruiden. De granen zijn zelfs nog meer vergeten, terwijl zij juist zo belangrijk zijn voor de toekomstige voedselvoorziening. Tja, en daarom ligt de nadruk daar ietsje meer op.
‘Groen, groener, het groenst’ wordt gepropagandeerd in de media, maar dat de genetische basis van alle voedselgewassen erg smal is en dat dit risico’s met zich meebrengt is een onderwerp wat velen nog niet zo boeit. Oude rassen hebben een lagere productiecapaciteit, maar zij bezitten wel een veel grotere resistentie tegen ziekten en de meeste kunnen ook nog goed tegen de droogte en een karige bodem. Wereldwijd zijn veredelaars begonnen deze eigenschappen door kruisingen in nieuwe productierassen onder te brengen. Het credo is: minder en als het even kan helemaal geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken en een nog grotere voedselzekerheid te bewerkstelligen.
De genenbanken zijn de belangrijkste bronnen voor het project op Bleijenbeek. De veiligheidsduplicaten worden daar in de diepvries opgeslagen. Door uitzaaien (insitu conservatie) kan een ras beoordeeld worden op zijn aanpassingsvermogen aan de voorkomende abiotische factoren. Hofleverancier is het Centrum Genetische Bronnen Nederland (CGN = genenbank WUR Wageningen), maar ook de IPK in Duitsland net als het Vavilov Instituut in St Petersburg. Samen met het CGN op de akker het morfologisch karakteriseren en stakeholder zijn bij Farmers Pride, (University of Birmingham) en Genetic Resources Bridge (European Forest Institute te Barcelona), dat genereert kennis en voldoening. Het is dan ook niet zo vreemd dat als je in een van deze twee steden op het station een kaartje koopt met eindbestemming Afferden zij altijd zullen vragen: “Halte Gening of Erfgoedzaden Bleijenbeek?”
Met twee landbouw- en voedselhistorici, tevens archeobotanisten, van de Vrije Universiteit Brussel en de mensen van het Erfgoedzadenproject is een meerjarige samenwerking overeengekomen. De insitu conservatie van zoveel verschillende graanrassen biedt hen de kans om onderzoeken te doen die anders niet mogelijk zijn. Door vergelijkend laboratoriumonderzoek met zaden van nu en die uit opgravingen kan men de bemesting van toen zeer nauwkeurig reconstrueren, maar ook eventuele waterstress door irrigatie of veel regenval toentertijd. De verkregen laboratoria resultaten worden ook gebruikt in het proces van historische klimaatreconstructie en verschaffen direct en indirect gelijktijdig een belangrijke bijdrage aan de werkzaamheden die zich richten op onderzoek naar de klimatologische omstandigheden in de nabije toekomst. Verder worden de oude granen van Bleijenbeek ook gebruikt in een onderzoek dat gericht is op reconstructie van de voedingswaarde van granen in de tweede en derde eeuw na Christus uit Romeins Egypte met het Kelsey Museum voor Archaeology van de University of Michigan USA.
Nieuwsgierig geworden?
Ga een keertje kijken, het is de moeite waard.
Rondleiding plannen: Paviljoen Bleijenbeek.