Still going strong!
Atleet Jan van Hooft (71) blijft gemotiveerd en hongerig naar topprestaties
- Jos Gröniger
- Topic Maasduinen
- Deel dit artikel
Atleet Jan van Hooft (71) blijft gemotiveerd en hongerig naar topprestaties
De in Cuijk geboren Siebengewaldse atleet Jan van Hooft blijft ook op zijn 71e nog hongerig naar records en eremetaal. De werpsporter richt nu zijn pijlen op het Europees Kampioenschap in het Finse Tampere medio 2022. Op de grens van Nederland en Duitsland blikt Van Hooft op een imposante sportieve carrière, die bestaat uit drie hoofdstukken.
Als een van de tien kinderen uit het Cuijkse gezin Van Hooft maakte Jan op de middelbare school kennis met de atletieksport. “Het was op de LTS in Boxmeer. Mijn gymleraar meneer Hammink liet ons verspringen, hoogspringen en sprinten. Ik versloeg hem eens op de honderd meter sprint.” En zo werd het talent van Jan van Hooft ontdekt. “Theo Joosten, een bekende looptrainer, destijds 800 meterloper bij AV Union, stimuleerde me lid te worden, ik was toen zestien. Het was aanvankelijk vooral pionieren. De atleten van toen draafden niet over de soepel verende tartanbanen, en Ik liep op sportschoenen, zonder spikes. Ik maakte zelf startblokken bij mijn toenmalige werkgever Stork in Boxmeer en ik mocht trainen op het sintelveld in Katwijk.” Die trainingsarbeid wierp zijn vruchten af. “Ik liep de honderd meter in elf seconden.” Met verspringen liet hij 6,73 meter noteren. Het was een mooie tijd bij Union, waar destijds atleet Jos Hermens werkte aan een Olympisch debuut. Jan sportte er tot 1976. Hij emigreerde naar Amerika maar in 1980 keerde hij terug en streek hij met zijn gezin weer neer in Kaatsheuvel.
In Nederland borrelde de oude liefde weer op, en werd het tweede atletiekhoofdstuk geopend. “Ik werd lid van ACW in Waalwijk. Ik richtte me vooral op de werpsporten zoals discuswerpen, kogelslingeren en speerwerpen. Ook werd ik trainer.” Zijn terugkeer bij Stork in Boxmeer (1992) maakte sporten lastig. “Ik moest vaak naar het buitenland en besloot daarom te stoppen.”
Hij pakte de draad in 2007 weer op toen sportvriend Corné Jacobs hem benaderde om samen te gaan trainen. Bij het Venlose Scopias begon voor Jan van Hooft met zijn kameraden Jan Titulaer en Frans Klep het derde atletiekhoofdstuk. “Ze noemden ons al snel de Drie Musketiers”, zegt Jan, die later lid werd van Swift Roermond. Jan nam veelvuldig deel aan (internationale) wedstrijden, Nederlandse, Europese en Wereldkampioenschappen. De atletieksport kent categorieën voor wedstrijddeelnemers vanaf 35 jaar. “Je wordt ingedeeld in Masters 35, 50, 55 enzovoorts. Ik hoor als 71-jarige bij de Masters 70, dezelfde wedstrijden maar er zijn aparte klassementen. Ik hoor nu tot de categorie 70-74. Tegenwoordig doe ik aan werpvijfkampwedstrijden met de disciplines kogelslingeren, kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en gewichtwerpen, maar ook aan wedstrijden voor afzonderlijke onderdelen, de discus is mijn favoriete onderdeel.”
In een reeks plakboeken archiveerde Jan van Hooft uitslagenlijsten, startnummers, medailles en kranten. Uit de foto’s blijkt dat Jan niet het standaard lichaam van de gemiddelde werpsporter heeft. De verreweg meest tengere sporter op het ereschavot is steevast de discuswerper uit Siebengewald. “Ik moet het hebben van techniek en souplesse”, zegt de atleet die sinds 2011 acht keer Nederlands kampioen discuswerpen werd, en nationale titels op de werpvijfkamp (2) en gewichtwerpen veroverde. Sinds 2008 veroverde hij vijfendertig medailles op NK’s. Op het EK in Aarhus (Denemarken) werd hij derde. “Ik heb nog wel eens last van zenuwen. In Aarhus niet. Met 45.32 meter werd ik derde, voor wereldkampioen Busterud uit Noorwegen.”
Zijn concurrenten in zijn klasse zag Van Hooft door het uitbreken van Corona al even niet meer. Toch staan de eerste wedstrijden weer op het programma. Begin juli reizen de Drie Musketiers naar Duitsland af. Voor 2022 staan het EK in Tampere (Finland) en het EK Indoor in Braga (Portugal) op het programma. Jan van Hooft traint in zijn eigen krachthonk of op de akkers naast zijn erf. Ook traint hij op het terrein van Residentie Heijendaal in Heijen. “Dankzij Thomasz, Conrad en Leo van Europarcs ligt het trainingsveld met werpring er perfect bij”, klinkt het tevreden.
Op het verlanglijstje staat ook het Nederlands record op de discus in Masters 70. “Het lukt me steeds nét niet”, zegt Jan, die strijdbaar relativeert: “records zijn er om verbroken te worden. Titels mag je houden.”