Topic Natuur: Voorjaar 2020

Na een natte en vrijwel sneeuwloze winter kunnen we weer snel gaan genieten van het voorjaar. Je ziet maar weer dat het boerenweetje: ‘ieder weer heeft zijn tegenweer’, redelijk klopt. Na de grote droogte van afgelopen zomer is het neerslagtekort bijna weer aangevuld. In onze tuinen beginnen de vogels alweer hun nesten te maken, altijd leuk om te observeren.

Na een natte en vrijwel sneeuwloze winter kunnen we weer snel gaan genieten van het voorjaar. Je ziet maar weer dat het boerenweetje: ‘ieder weer heeft zijn tegenweer’, redelijk klopt. Na de grote droogte van afgelopen zomer is het neerslagtekort bijna weer aangevuld. In onze tuinen beginnen de vogels alweer hun nesten te maken, altijd leuk om te observeren.

Bijna iedereen heeft wel een nestkast in de tuin of op het balkon hangen. Vaak worden deze gebruikt door Koolmezen. Goed opletten, want het mannetje maakt het geluid van een ouderwetse fietspomp. Als je goed luistert hoor je het mannetje roepen: ‘Wie wil, wie wil’? ‘Ik wil, ik wil’, roept het vrouwtje dan terug en al snel vormen ze een paartje dat op zoek gaat naar een geschikte plek om te gaan broeden. Vanaf nu maakt het mannetje een ander geluid, hij noemt en roept zijn vrouwtje steeds; ‘Miepie, Miepie.’ Ieder mezenvrouwtje heet daarom dus ‘Miep’. Samen bouwen ze met allerlei materiaal een nestje en al snel zal het vrouwtje eieren (gemiddeld wel tien tot twaalf  stuks) gaan leggen. Na het laatste ei begint ze met broeden. Ze broedt vijftien dagen en dan komen de eitjes uit. En dan moeten  er voldoende insecten en rupsen zijn om de jongen te voederen. Koolmezen hebben een ingebouwd weerstation en ze weten wanneer het te koud wordt. En dan zullen er over vijftien dagen te weinig insecten en rupsen zijn. In dat geval dekken ze de eitjes af met donsveertjes, een isolerend laagje dat ervoor zorgt dat de lichaamswarmte van het vrouwtje de eitjes niet direct bereikt. Als het ingebouwde weerstation aangeeft dat het warmer gaat worden, waardoor er dus meer insecten zullen zijn, dan gaan de donsveertjes eraf en begint het vrouwtje snel weer met broeden. Als de eitjes uitkomen dan krijgen vader en moeder het pas écht druk, samen vliegen ze in een paar weken 4000 km, om ongeveer 15000 rupsen te vangen. Koolmezen komen aan hun naam omdat ze altijd te zien zijn op de in de moestuin groeiende kolen. Ze pellen daar de rupsen van de ‘Koolwitje’(vlinder) af. De mees die vaak op en rond de kool te zien is heet daarom de ‘Koolmees’.


Wat nu verder opvalt tijdens een wandeling of fietstocht zijn de plakkaten witte bloemen van de ‘Bosanemoon’. Het is dan in ieder geval mooi weer, want deze bloemetjes blijven dicht bij regen, deze bloem is dus ook een weervoorspeller. Ze worden ook wel middagdraaier genoemd, want de bloemen draaien met de zon mee, van oost naar west. De bloemen zijn meestal wit, maar is er kans op nachtvorst, dan worden ze roze/paars. Het sap is giftig, maar een anemoon-aftreksel werd vroeger wel gebruikt om sproeten te bleken. Dit stofje zorgt er ook voor dat de plant zichzelf beschermt tegen vraat van vee. Dieren verbranden namelijk hun tong als ze hiervan eten.


Wat verder leuk is om te weten: bosanemonen zijn aanwijsplanten van ‘waar vroeger bos was’. Als je een plakkaat ziet staan, ga dan  even door de knieën, er groeien namelijk kleine paddenstoelen op de wortel van de bosanemonen, deze heten daarom de ‘Anemonenbekerzwam’.

Meer natuur? Luister dan ’s zaterdags van 10 tot 11 uur naar ‘Kiekdor’ bij Omroep Berg en Dal.

Met natuurlijke groet,

Henk Eikholt

Naar het overzicht

© 2024  |  RvB Media - Topic Magazines  |  Privacyverklaring