Recreatie en topsport gaan goed samen
Daar zitten ze dan, onder de Töllekesbom, een eik, de mooiste boom van Groesbeek. Henny Brinkhof en Gerrie Theunissen, respectievelijk voorzitter/trainer(senioren) en trainer van Judovereniging Groesbeek. De mannen werken al veertig jaar samen, voor beiden een intrigerend leerproces, een bonte stoet van inzichten. Dat leverde soms de nodige wrijving op, maar steeds weer kwamen ze eruit.
- Jan de Valk
- Topic Berg & Dal
- Deel dit artikel
Daar zitten ze dan, onder de Töllekesbom, een eik, de mooiste boom van Groesbeek. Henny Brinkhof en Gerrie Theunissen, respectievelijk voorzitter/trainer(senioren) en trainer van Judovereniging Groesbeek. De mannen werken al veertig jaar samen, voor beiden een intrigerend leerproces, een bonte stoet van inzichten. Dat leverde soms de nodige wrijving op, maar steeds weer kwamen ze eruit.
Recreatie versus topsport
Judovereniging Groesbeek is 59 jaar geleden opgericht, in 1961 uit bewondering voor Anton Geesink. Henny Brinkhof is sinds 1964 lid en Gerrie Theunissen is al veertig jaar lang trainer. Beiden mannen hebben een verschillend karakter, maar ze hebben in de loop der jaren veel van elkaar geleerd en zijn naar elkaar toegegroeid.
Henny: “Wij zijn een recreatieve vereniging. Plezier staat voorop. We waren altijd op een relaxte wijze bezig met judo. Als oud topjudoka heeft Gerrie een enorme drive en is superfanatiek in zijn sportbeleving. Hij is de hele dag met topsport bezig.” Gerrie: “In het begin vroeg ik me af waarom jullie mij in Godsnaam binnengehaald hebben als trainer.” Henny: “Het bestuur wilde een andere, minder vrijblijvende benadering. Daarin is Gerrie met vlag en wimpel geslaagd. Ik heb veel van hem geleerd. Hij heeft alles voor de sport over en dat is een mooie eigenschap. Hij ging met onze judoka’s naar veel internationale wedstrijden, we waren zelfs in Japan. Gerrie declareerde weinig, hij ging meestal op eigen kosten. De club groeide in die tijd als kool. Van tachtig naar honderdzestig leden. Dat is voor een groot deel te danken aan de inzet van Gerrie.” Gerrie: “Ik was toen misschien wel té fanatiek voor de vereniging. Als een judoka niet wil, moet je er niet aan gaan trekken, dat werkt niet. In een kleine club als Judovereniging Groesbeek moet je iedereen proberen binnen te houden. Fanatisme moet vanuit de sporter zelf komen. Overigens hebben we nog steeds een enthousiaste jeugdgroep en elke vier à vijf jaar draait er wel een judoka mee in de top van Nederland. Ik ervaarde veel respect binnen de vereniging, ik kreeg de vrije hand van het bestuur en kon op mijn eigen manier werken. Maar soms heb ik me wel geërgerd in het begin. Waaraan? Bijvoorbeeld dat we niet in augustus konden beginnen met trainen. Dan kwamen ze gewoon niet opdagen. In Groesbeek begint alles na de kermis in september.”
Respect
Henny en Gerrie werken prima samen ondanks hun verschil in benadering: Gerrie die alles uit de kast wil halen wat er in zit, bij Henny staat niet de prestatie, maar het plezier voorop.
Gerrie: “Vanuit mijn huidige inzichten zeg ik: Henny, je deed het toen best goed. Maar ik kon het niet hebben als Henny na dertig keer opdrukken stopte, terwijl we vijftig keer hadden afgesproken. Toen zei ik: “Kom op man, niet zo kinderachtig.” Nu zou ik zeggen: “Goed gedaan, maar probeer de volgende keer tweeendertig keer op te drukken.” Henny- met een grote grijns op zijn gezicht- “Dat had ik toch niet gedaan, haha. Plezier is voor mij altijd belangrijker geweest dan winnen en presteren.” Gerrie: “Daar heb ik in de loop der jaren respect voor gekregen.” Henny: “En ik voor de drive van Gerrie. Zo werd afgelopen januari het 33e jeugdtoernooi gehouden in Groesbeek. Dat heeft Gerrie opgezet. In het begin was het een absoluut toptoernooi met judoka’s uit twaalf landen. Nu is het omgeturnd tot breedtesport toernooi.” Gerrie: “Dat zegt een hoop over mijn ontwikkeling als mens, sporter en coach. Ik blijf van de topsport, maar benader het meer met een glimlach.”
Normen en waarden
Gerrie heeft een manier van trainen waarbij het pedagogische aspect, de sociaal-emotionele ontwikkeling en het ontwikkelen van normen en waarden een belangrijke rol spelen, maar ook het beter worden als judoka en het winnen.
Gerrie: “Judo heeft veel mogelijkheden voor pedagogisch spel. Op een speelse manier kun je kinderen normen en waarden aanleren. Dat begint al op jonge leeftijd. Kinderen leren anderen ook een kans te geven, dus om de beurt oefenen en met respect voor elkaar. Je kunt iemand van je afschóppen, maar ook van je afdúwen. In judo leer je rekening met de ander te houden.” Henny: “Wat Gerrie nu zegt, willen we als vereniging graag uitstralen. Afzeiken is niet goed voor het zelfvertrouwen, wij vinden een positieve benadering belangrijk. Al onze tachtig leden sporten op een leuke manier, vergroten hun zelfvertrouwen, worden sneller, weerbaarder, leniger en zitten beter in hun vel. Dat komt hen in de maatschappij goed van pas. Gerrie is gastvrij als trainer, iedereen mag meedoen, als je je maar aan de fatsoensnormen houdt. Bij ons trainen ook regelmatig mensen met een beperking mee. Die worden door Gerrie en de groep goed opgevangen.”
Wereldreis
Gerrie reisde als topjudoka en als topcoach de hele wereld over. Van Letland tot Japan, hij is overal geweest. Hij had onder andere enkele leden van het Nederlands team onder zijn hoede.
Gerrie: “Topjudo is vooral keihard werken. Ik heb altijd een zwak gehad voor mensen die hard werken. Ik ben nooit gestopt met een judoka die niet presteert, maar wél met sporters die niet willen. Ik coachte op ontwikkeling en inzet. Dan komen de prestaties vanzelf. Als je alleen maar sparringpartners treft van wie je kunt winnen, dan, bouw je te weinig weerstand en technische ontwikkeling op. Binnen mijn eigen bedrijf, (judoschool Theunissen) blijft de topsport belangrijk, maar ik heb wel meer oog gekregen voor de recreatieve kant. Dat geeft voldoening. Plezier is belangrijk.” Henny: “Als je in Groesbeek goed presteert ga je naar de sportschool van Gerrie, daarna ga je eventueel regionaal en landelijk trainen. Geke van den Berg bijvoorbeeld is die weg gegaan, uiteindelijk werd ze Europees kampioene in de klasse onder de drieëntwintig jaar en vergeet Mirthe van Kerkhof niet, die medailles behaalde op het Nederlands kampioenschap.”
Corona
We kunnen er niet omheen, het Coronavirus. Wat betekent deze tijd voor de vereniging? Judo is per slot van rekening een contactsport.
Henny: “Allereerst dat één van de oprichters van de judoclub, Broer d’n Boes, eraan bezweken is, samen met zijn vrouw. Een dramatische gebeurtenis. En ver daarachter, op de tweede plaats, na twee maanden mogen we weer.” Gerrie: “Tot en met achttien jaar mogen ze weer trainen, maar wel buiten. Ik heb acht weken lang digitaal lesgegeven vanuit mijn dojo. Deed ik de oefeningen voor met mijn zoon. We beoefenden ook schaduwjudo: judobewegingen maken met een denkbeeldige partner.”
Als we wegfietsen na het gesprek zien de we jongste jeugd trainen op een veld van Sportpark Zuid. Heupzwaai links, houdgreep rechts. Plezier, inzet en sportiviteit spatten er van af. Wat een mooi gezicht.