De mooiste baan die je kunt hebben
Christel Vermeulen (50) uit Berg en Dal werkt al bijna vijfentwintig jaar in de kraamzorg. “Ik begon in 1998, met het idee om dit een paar jaartjes te doen. Maar ik ben blijven plakken. Niet zo gek, want dit is de mooiste baan die je kunt hebben!”
“Voorheen deed ik iets heel anders: ik was werkzaam voor Blijf-van-mijn-lijf. Dat is natuurlijk een hele goede en belangrijke instantie. Maar ik vond het als werknemer heel erg bureaucratisch. Ik wilde mensen echt helpen, maar door de vele regels liep ik vaak vast, dat maakte het dan onmogelijk om goed door te pakken. Zodoende vond ik het steeds minder leuk, en ging ik op zoek naar iets anders. In de krant zag ik een vacature staan voor de opleiding tot Kraamverzorgster, een verkorte opleiding. Nou, dat sprak me gelijk aan! Ik dacht, weet je wat, we gaan er gewoon voor. Wie weet is dit leuk voor een paar jaar. En nou ben ik inmiddels al bijna vijfentwintig jaar kraamverzorgster!
“Wat mijn beroep zo leuk en bijzonder maakt? Ik maak deel uit van een heel intieme periode in het leven van je cliënt en lever op dit bijzondere moment een belangrijke bijdrage. Dat hoor ik ook terug in de reacties van mensen. Ik zeg altijd: er is geen beroep waarin de mensen je zo graag zien komen en waarin de mensen zo dankbaar zijn dat je er bent.
Als kraamverzorgster kun je echt iets betekenen voor mensen. De kraamperiode is een speciale, maar zeker voor kersverse moeders ook een spannende periode. Ik vind het zo mooi dat ik ze kan geruststellen en helpen, ze goed kan sturen en ze echt op weg helpen. Wanneer ik mensen zie genieten met zo'n kleintje in de armen, een beeld waar zoveel liefde vanaf straalt, zit ik helemaal te genieten. Soms zijn de omstandigheden verdrietig. Ik heb te maken gehad met een doodgeboren kindje, of een situatie waarin de vader vlak voor de geboorte was overleden. Juist dan ben je extra hard nodig.”
- Nicole Janssen
- Topic Berg & Dal
- Topic Wijchen
- Deel dit artikel
Christel Vermeulen (50) uit Berg en Dal werkt al bijna vijfentwintig jaar in de kraamzorg. “Ik begon in 1998, met het idee om dit een paar jaartjes te doen. Maar ik ben blijven plakken. Niet zo gek, want dit is de mooiste baan die je kunt hebben!”
“Voorheen deed ik iets heel anders: ik was werkzaam voor Blijf-van-mijn-lijf. Dat is natuurlijk een hele goede en belangrijke instantie. Maar ik vond het als werknemer heel erg bureaucratisch. Ik wilde mensen echt helpen, maar door de vele regels liep ik vaak vast, dat maakte het dan onmogelijk om goed door te pakken. Zodoende vond ik het steeds minder leuk, en ging ik op zoek naar iets anders. In de krant zag ik een vacature staan voor de opleiding tot Kraamverzorgster, een verkorte opleiding. Nou, dat sprak me gelijk aan! Ik dacht, weet je wat, we gaan er gewoon voor. Wie weet is dit leuk voor een paar jaar. En nou ben ik inmiddels al bijna vijfentwintig jaar kraamverzorgster!
“Wat mijn beroep zo leuk en bijzonder maakt? Ik maak deel uit van een heel intieme periode in het leven van je cliënt en lever op dit bijzondere moment een belangrijke bijdrage. Dat hoor ik ook terug in de reacties van mensen. Ik zeg altijd: er is geen beroep waarin de mensen je zo graag zien komen en waarin de mensen zo dankbaar zijn dat je er bent.
Als kraamverzorgster kun je echt iets betekenen voor mensen. De kraamperiode is een speciale, maar zeker voor kersverse moeders ook een spannende periode. Ik vind het zo mooi dat ik ze kan geruststellen en helpen, ze goed kan sturen en ze echt op weg helpen. Wanneer ik mensen zie genieten met zo'n kleintje in de armen, een beeld waar zoveel liefde vanaf straalt, zit ik helemaal te genieten. Soms zijn de omstandigheden verdrietig. Ik heb te maken gehad met een doodgeboren kindje, of een situatie waarin de vader vlak voor de geboorte was overleden. Juist dan ben je extra hard nodig.”
Kraamzorg in Coronatijd
“Door Corona is ons werk lastiger geworden. Je moet je aan heel veel regels houden, vanuit de overheid en vanuit de werkgever. Het is heel belangrijk dat ook de ouders zich aan die regels houden. We werken bij verschillende mensen thuis en daarom is voor ons het besmettingsgevaar hoog. Om het risico van besmetting zo laag mogelijk te houden moeten ouders nu veel meer zelf doen. Wij coachen ze daarbij zo goed als dat kan, op anderhalve meter afstand. Maar soms ontkom je er niet aan om toch binnen die afstand te werken. Het is dan ook heel jammer dat er bijna geen fysiek contact meer is. Ik vind het lastig dat ik mijn arm niet om de schouder van de kraamvrouw kan slaan als zij het moeilijk heeft. Even de rug masseren als de moeder daar last van heeft, of wat extra steun geven tijdens de bevalling, dat is er nu niet meer bij.
Voor ons zijn er duidelijke werkregels. De mensen moeten ons eerlijk informeren over de gezondheidstoestand. Ik heb in deze tijd heel vaak berichtjes gehad van cliënten die aangeven iemand in het huishouden te hebben met een snottebel of keelpijn of dat ze een afspraak hebben met de GGD voor een coronatest. Dan moet je anders opereren en omschakelen. Laatst nog heb ik de kraamzorg bij een cliënt in Wijchen in een beschermend pak moeten doen, omdat het gezin plotseling in quarantaine moest na een corona-uitbraak in de klas van hun oudste kind. Een keer heb ik iemand buiten voor het raam begeleid. Ik maakte me zorgen omdat het kindje wat gelig was,de dag daarvoor. Dan is het heel belangrijk dat ik de kleur goed kan beoordelen, dan maar door het raam. Als we bij mensen thuiskomen die klachten hebben, moeten we een coronabox gebruiken en beschermende kleding aan. Bij de entree moet een ruimte vrijgemaakt zijn waar we ons kunnen omkleden en de spullen die van buitenaf komen, kunnen ontsmetten. Bij het weggaan gooien we de spullen, zoals handschoenen die in contact zijn geweest met de mensen, gelijk weg in een speciale prullenbak, andere spullen worden ontsmet. Dat is een heel gedoe, maar we doen het voor de veiligheid van onze cliënten en voor die van onszelf. Wanneer cliënten positief getest zijn, krijgen ze maar drie uur zorg per dag, in combinatie met beeldbellen. Dat is echt balen want mensen zijn soms goed ziek en kunnen juist dan elke hulp gebruiken, nu moeten ze alles zelf doen. We kunnen dan geen huishoudelijk werk verrichten. Onze werkzaamheden zijn dan puur gericht op moeder en kind, en we geven veel instructies door middel van coaching. We kunnen de baby dan niet in bad doen, want met een pak aan mag je het kindje niet vasthouden omdat water het pak beschadigt.
Het afgelopen jaar zijn er veel 'corona-baby's' geboren. Vorig jaar waren de raamvisites nog heel gewoon. Opa's, oma's en andere familie en vrienden kwamen dan bij het raam even kijken. Ik ging dan naar buiten met beschuit en muisjes. Zo konden we er toch nog iets van maken. Een keer kwam er familie vanuit Amsterdam hierheen voor zo'n raamvisite. Maar een van hen moest heel nodig naar de wc. Die laat je niet de hele weg naar huis met een volle blaas zitten. We hebben er toen voor gezorgd dat ze toch even snel binnen naar de wc kon. Ik had de boel van tevoren ontsmet, en daarna ook weer. De raamvisites vond ik een leuke oplossing en het valt me op dat ik het nu niet veel meer zie, of erover hoor. Waar we wel veel over horen, is het toenemend thuisgeweld. Het is heel terecht dat daar aandacht voor is. Maar ik zou ook graag aandacht geven aan de positieve effecten die deze coronatijd heeft gebracht. Zo hebben ouders nu veel meer rust tijdens de kraamperiode. Doordat er thuis wordt gewerkt zijn gezinnen veel bij elkaar. Dat maakt de band met het kleintje en met elkaar veel hechter. Doordat er minder moet en er minder visite komt, hebben de moeders veel meer rust. Zo zien we bijvoorbeeld ook vaker dat het geven van borstvoeding als een tierelier gaat!
Ik wil iedereen vragen om op elkaar te letten deze tijd, zeker als je met kwetsbaren in contact komt. Houd elkaar gezond. En als je ergens op kraamvisite gaat, doe dan een zelftest en was vooral je handen!”