Dierencentrum De Mere
Al veertig jaar een begrip in west Maas en Waal.
- Nicole Janssen
- Topic Wijchen
- Deel dit artikel
Al veertig jaar een begrip in west Maas en Waal.
Wie in onze regio aan een dierenasiel, dierenopvang of dierenpension denkt, komt al snel uit bij dierencentrum De Mere. Al ruim veertig jaar werkt familie van de Boogaard met hart en ziel voor dierenwelzijn. Wat begon als een fokkerij van Bouviers en Rhodesian Ridgebacks, is in die jaren uitgegroeid tot een groot centrum waar zes medewerkers dag en nacht aan het werk zijn om voor de dieren te zorgen die hulp nodig hebben. Allemaal familie, plus een stagiaire die is blijven hangen en inmiddels ook al twintig jaar daar werkt.
Ria werkt al haar hele leven met dieren. Ze groeide op in Groesbeek. “Thuis hadden we van alles, meerdere honden en katten maar ook kippen en geiten. Ik vond het als kind al geweldig om dieren om me heen te hebben. Later verhuisden we naar Balgoij. Dat betekende niet alleen een nieuwe start, maar ook dat we afscheid moesten nemen van de kippen en geiten. Dat vond ik wel jammer.
Ik ontmoette in Balgoij mijn man, die letterlijk in deze straat is opgegroeid en samen begonnen we met het fokken van Bouviers en Rhodesian Ridgebacks. Een keer per jaar hadden we een nestje. In de loop der jaren kwamen daar het asiel en pension bij, waardoor we door tijdgebrek moesten stoppen met het fokken.”
“Ons werk is zwaar en tijdrovend, maar wel ontzettend leuk. Het is dan ook echt onze roeping. Je moet feeling hebben voor het omgaan met dieren, en hard kunnen werken. Ook hebben we alle nodige papieren, zoals een bewijs van vakbekwaamheid dat elk personeelslid moet hebben. Onze kinderen zijn net als wij, ook opgegroeid met dieren, en ze zijn nu in het familiebedrijf werkzaam.
Ik heb nooit getwijfeld om iets anders te doen. Zelfs niet na een beet van een hond, dat hoort er nou eenmaal bij dat het sporadisch een keer gebeurt, het risico van het vak zeg ik altijd.
We beginnen de dag met het ontsmetten van de hokken. De honden mogen tijdens deze uren naar buiten in de weides, waar ze lekker kunnen rennen en spelen. De katten mogen ook naar buiten, als het niet te koud is. In de middag komen de dieren naar binnen, waar ze gevoerd worden. We kijken per hond en kat wat ze nodig hebben. Zo heeft de een droge brokken nodig, en de ander vlees. Bijzondere gevallen vereisen extra aandacht, bijvoorbeeld een vermagerde of zwakke hond. Die krijgt dan speciaal voer, wat we afstemmen met de dierenarts. Deze komt regelmatig langs en onderzoekt de dieren grondig. We werken ook samen met de dierenambulance, al dertig jaar. Op het terrein hier is een nachtopvang, waar medewerkers van de dierenambulance dieren kunnen onderbrengen. Er is genoeg ruimte en een verwarming zodat ze lekker warm blijven.”
“In het asiel hebben we per jaar ongeveer honderd katten en vijfenzeventig honden. Honden zijn altijd gechipt, waardoor de eigenaar te traceren is en we relatief weinig zwerfhonden hebben. Bij katten is dat anders. De meeste katten zijn nog niet gechipt, waardoor we de eigenaar vaak niet kunnen achterhalen. We krijgen ook vaak nestjes met jonge kittens, dat zal ook wel blijven.
We screenen mensen die bij ons langskomen voor een dier. Dat is nodig, omdat het belangrijk is te weten waar een dier terechtkomt. We willen een goed tehuis voor al onze dieren. Van de meeste mensen die bij ons langskomen, weten we wel zeker dat ze een hond of een kat een goed huis kunnen geven. Na een positieve kennismaking mag het dier gelijk mee, af en toe doen we een nacontrole als we denken dat het nodig is. Maar heel soms twijfelen we en voelt het niet goed. We hebben in de jaren aparte gevallen meegemaakt. Recent nog, bij de avondklokmaatregelen tijdens de coronaperiode. We werden gebeld door mensen met de vraag of ze een hond konden ‘lenen’, zodat ze ’s avonds en ’s nachts wél naar buiten konden. Als de avondklok voorbij was, zouden ze hem terugbrengen. Het is ongelooflijk dat mensen het überhaupt voorstellen. Een dier is geen bijzettafel, die je weg kan doen zodra je er klaar mee bent. Vanzelfsprekend hebben we hen uitgelegd dat we niet op deze manier werken en omgaan met onze dieren. Tijdens de coronaperiode zijn we ook begonnen met bezoek op afspraak. Dat is zo goed bevallen, dat we het erin hebben gehouden. Zo zorgen we ervoor dat het niet te druk wordt voor de dieren, en we meer kunnen focussen. Wie langs wil komen, kan ons bellen of mailen om een datum en tijd te prikken. Als mensen geïnteresseerd zijn in een hond, mogen ze een stukje komen wandelen. Zo kunnen de hond en toekomstig baasje aan elkaar wennen. Er zit geen tijdslimiet aan vast, men moet hier de tijd voor kunnen nemen. We bespreken goed wat het karakter van de hond is: kan hij goed alleen zijn, hoe is het dier bij andere mensen etcetera. Zo kijken we samen of het een goede match is. In al die jaren dat we dit werk doen, hebben we genoeg ervaring opgedaan om te zien welk dier goed bij iemand past.”
"Het pension loopt heel goed. We zitten voor dit jaar al vol tijdens de zomermaanden. Het boeken ging weer supersnel, waardoor we veel ‘nee’ moeten verkopen. Vorig jaar was ook een gek jaar: mensen konden weer weg op vakantie, waardoor de telefoon roodgloeiend stond. We hebben zelfs mensen uit Amsterdam aan de lijn gehad. We zaten toen ook al snel vol en niet iedereen heeft daar begrip voor, mensen worden soms boos. Maar voor de vaste klanten proberen we een plekje vrij te houden.”
Over heel veel jaar bestaat de Mere hopelijk nog steeds. Ik denk dat de kinderen het doorzetten. Je weet maar nooit, maar het zou wel mooi zijn.