Wijchen voelt als een warm bad
Interview Renske Helmer-Englebert, burgemeester van Wijchen
- Nicole Janssen
- Topic Wijchen
- Deel dit artikel
Interview Renske Helmer-Englebert, burgemeester van Wijchen
Renske Helmer-Englebert is sinds 18 november 2022 burgemeester van gemeente Wijchen. Topic sprak haar over het leven als burgemeester en kreeg een goed beeld van haar als persoon. ‘Nog geen moment heb ik spijt gehad, of heb ik gedacht ‘waar ben ik aan begonnen?’. Wijchen voelt aan als een warm bad en ik heb het ontzettend naar mijn zin.’
Burgemeester van Wijchen
‘Toen ik de positie kreeg, had ik een beeld voor ogen hoe het ambt me zou bevallen en hoe het zou zijn in Wijchen. Heel tevreden kan ik zeggen dat het plaatje klopt. Het is een leuk en spannend avontuur. Je stapt op een lopende trein en het is gelijk volle bak, want je moet vanaf dag 1 besluiten nemen. Voorheen was ik waarnemend burgemeester van Voorst en daarvoor wethouder in Nijmegen, maar dat is toch anders. De mensen willen je nu echt leren kennen. Wijchen is een gezellige en bruisende gemeente. De mensen zijn open en toegankelijk, dat vind ik fantastisch. Ik voel me enorm omarmd door de Wijchense samenleving, van raadslid tot inwoner.
Dit jaar heb ik voor het eerst in mijn leven carnaval gevierd. Het waren intense en feestelijke dagen. Van sleuteloverdracht, tot tour langs de carnavalsverenigingen en de optocht. Het is me goed bevallen! Zelfs mijn man ging er in mee. Hij had een eigen pak gemaakt met illustraties van de kerkdorpen erop en bijpassende hoed. Tijdens het carnaval was ook het bijzondere moment met DJ Ronnie Arts die vanwege verdrietige, persoonlijke omstandigheden afscheid nam. De manier waarop hij op zo’n moment onthaald werd, dat is iets wat niet overal kan. Carnaval is het feest van het leven, en nu werd het gevierd met een naderend einde. De warmte en saamhorigheid die in dat moment lag, dat raakte me echt. En nog steeds. Het zegt iets over de Wijchenaren en de gemeenschap.
Maatschappelijk betrokken
‘Al van jongs af aan ben ik maatschappelijk betrokken en zet ik me in voor de samenleving. Voor een gedeelte komt dit door mijn opvoeding. Mijn moeder is verpleegkundige en mijn vader heeft als vrijwilliger bij de brandweer gewerkt. Toen ik vijf was zei ik tegen mijn moeder: ‘Ik wil ook verpleegkundige worden.’ Van dat idee ben ik nooit afgestapt, ook nu zou ik weer voor die opleiding kiezen. Ik vind de mens boeiend, met al z’n aspecten. Als verpleegkundige ben je echt met de mens bezig en krijg je soms te maken met onverwachte vraagstukken. Een moeder van een patiënte op de afdeling kinderoncologie, waarvoor ze op zoek waren naar een donor, vroeg mij of ze weer zwanger zou moeten worden. Zo’n gesprek moet je aankunnen, je kunt hem niet plannen en je antwoorden voorbereiden. Het is dan ook niet voor niets dat de verpleging niet voor iedereen is weggelegd. Het is belangrijk dat als je thuiskomt, je het werk even kan parkeren. Maar de zorg biedt mooie ervaringen die je leven verrijken. Hoe boeiend is het om iemand te verplegen die niets meer kan, maar zelf verklaart het mooiste leven te hebben, omdat hij geleerd heeft te genieten van hetgeen hij heeft?
In mijn tijd als verpleegkundige was er een oproep voor een schrijfwedstrijd met de opdracht ‘Wat zou je doen en veranderen, als jij minister van Volksgezondheid zou zijn?’ Daar had ik een duidelijk antwoord op: zorgen voor een betere positie voor verpleegkundigen. Dat gaat me echt aan het hart. Via die wedstrijd ben ik terechtgekomen bij de SP en heb ik een aantal jaren voor Agnes Kant in Den Haag gewerkt als beleidsmedewerker. Daar heb ik geleerd hoe je vanuit de politiek veel kunt betekenen voor mensen.
Stage in Ghana
Toen ik jong was, trok werken in de derde wereld me zeer aan. Tijdens mijn studie heb ik stage gelopen in Ghana, dat was heel bijzonder en echt een avontuur. Ze dachten daar dat elke blanke rijk was. Dat ze te maken hadden met arme studenten, ging er moeilijk in. Je moest echt meedraaien met de plaatselijke samenleving en bepaalde gedachtes en gebruiken achter je kunnen laten.
Toen ik na twee maanden terug was in Nederland, duurde het even voordat ik hier weer geaard was. Zo gaat in Ghana een bus alleen als er genoeg mensen meegaan. Let wel, dat betekende dat er twintig mensen in een busje voor acht personen stapten. Hier kijkt men steeds op de klok en zijn we al geïrriteerd als een bus een minuut te laat is.
Vrije tijd
In mijn vrije tijd sport ik graag. Het maakt je hoofd leeg en het is goed voor je fysieke en mentale welzijn. Wekelijks ga ik aan de slag met een personal trainer en rijd ik paard. Toen ik 45 was, ben ik begonnen met een cursus voor oudere beginners. Ik had eigenlijk maar een ding op mijn bucketlist staan: met een paard in galop over het strand. Maar, ik was bang voor paarden. Zelfs het dier aaien ging me al te ver. Het overlijden van mijn vader gaf het laatste zetje om mijn angst te overwinnen, het was nu of nooit. Zo heb ik mijn droom laten uitkomen.
Ook vind ik het heerlijk om te wandelen, vooral aan zee. Ik kom graag op Camping de Lepelaar in St. Maartenszee. Tijdens mijn jeugd woonde ik daar drie a vier maanden in het jaar. Als ik daar kom en de voeten op de duin zet, kan ik me even helemaal ontladen. Ik zie de plek als mijn tweede thuis. De gewone dingen in het leven, daar haal ik mijn plezier uit. Zoals het kijken van een goede film of serie. De serie Oogappels, daar hebben mijn man en ik echt van in een deuk gelegen. Dansen vind ik ook heerlijk om te doen.
Een klap en een verloren ring
Op de dansvloer heb ik mijn man leren kennen. Met mijn vriendin ging ik altijd in café De Cantine dansen. Op een avond schopte ik tijdens mijn uitbundige dansen iemand eerst tegen de knie, en vervolgens verkocht ik hem per ongeluk een klap op de neus. Ter verontschuldiging heb ik hem toen een drankje aangeboden. Het bleek achteraf dat hij bewust mijn aandacht zocht. Het duurde wel een anderhalf jaar voordat we iets kregen. Toen ik eenmaal door had hoe leuk hij is, was ik ook helemaal om.
Ergens in de jaren tachtig in zijn studententijd, heeft hij zelf een ring gemaakt van een ijsvogel-eitje met koperdraad eromheen. Die ring heeft hij in een filmrolletje gedaan en in een muurtje in Florence gestopt tijdens een studentenreis met de gedachte ‘die is voor de vrouw met wie ik het leven wil delen.’ Toen we later samen naar die plek gingen, bleek dat het muurtje verdwenen was. Er stond een hele nieuwe bouwwijk. We hebben er achteraf veel schik om gehad. En uiteindelijk zijn we toch getrouwd, met een andere ring.
Mijn familie is me dierbaar. We eten graag Budapester-goulashsoep, naar het recept van mijn schoonmoeder. Het is een echte opkikker. Als er mensen komen, of vroeger na een nachtdienst, staat er een kom klaar. We gebruiken hiervoor zelfs de oude pan van mijn schoonmoeder, die alleen voor deze soep wordt gebruikt.
Ziekte
Tijdens mijn tijd in Den Haag merkte ik dat ik flink vermoeid was. Een drukke baan en twee kinderen, dat zal wel de reden zijn, zei men. Vanwege die klachten heb ik het werk neergelegd. Iets zei me dat er meer aan de hand was. Uiteindelijk ben ik in 2008 toch maar naar de huisarts gegaan, waar na onderzoeken de diagnose schildklierkanker werd gesteld. Het was heel dubbel. Ondanks het slechte nieuws vielen voor mij wel de puzzelstukjes op hun plek. De behandeling die volgde was intensief en ik bleef ernstig vermoeid. De vraag was of ik ooit weer aan het werk kon. Een intensief revalidatietraject bood gelukkig uitkomst. Uiteindelijk kon ik weer vol energie aan de slag.
In 2019 deed ik mee met het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Drie dagen na het onderzoek werd ik gebeld met slecht nieuws. Ze hadden borstkanker ontdekt. De grond zakte onder mijn voeten weg. Hoe kon dit nou? Voor de tweede keer in mijn leven kreeg ik de diagnose kanker, maar het gevoel erbij was heel anders. Ik voelde me gezond, maar was het niet. Het was een zware tijd, ik stopte met mijn werkzaamheden als wethouder. Inmiddels kan ik dit positief benaderen, want hierdoor heb ik uiteindelijk wel de stap naar burgemeester van Wijchen kunnen maken.
Boodschap aan Wijchenaren
We zien vandaag de dag vooral de excessen waardoor men regelrecht tegenover elkaar staat, dat is zo zonde. Het is niet erg als je van mening verschilt, iedereen heeft recht op een eigen mening. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar heb respect voor een ander en blijf in gesprek. Het merendeel van de samenleving omarmt en helpt elkaar. Kijk nou naar Wijchen. Toen mijn man en ik een rondje gingen fietsen om de gemeente te verkennen, werden we door vreemden begroet. Onlangs zag ik nog hoe een moeder haar kindje leerde zijn hand op te steken als teken van dank met het oversteken. Blijf dit behouden. En geniet vooral van het leven. Natuurlijk kan ik ook mopperen, dat hoort er ook bij. Maar het leven is prachtig. Omarm het leven, in alle voor- en tegenspoed.