De balk ligt gewoon in de huiskamer

Met regelmaat zie ik op Facebook foto’s voorbijkomen van een jonge, getalenteerde turnster. De ene keer staat de jongedame op een balk, de andere keer vliegt ze door de lucht. Dan zie ik een filmpje waar ze een onnavolgbare grondoefening laat zien, daar wil ik graag meer over weten. Ik leg contact met vader en moeder en twee weken later zit ik met de turnster Lot Theunissen uit Groesbeek aan tafel. Daar ze doorgaans met twee andere meiden traint, wil ze het interview graag met een van deze meiden erbij doen. Maar natuurlijk, ook Fenne Degen uit Cuijk schuift aan.

Daar zitten we dan op een woensdagmiddag aan de grote tafel in huize Theunissen. Giechelend zitten Lot en Fenne tegenover me. Enigszins wat zenuwachtig, ze weten immers niet wat ik ga vragen. Maar na een kwartier is dit voorbij en komen de dames echt los.

Lot (10 jaar) doet al vanaf haar zesde aan turnen. Ook Fenne (10 jaar) turnt ook al vier jaar en samen met Eva Overbeek (ook 10 jaar) vormen ze een team bij de Hazenkamp Gymsport. Per week trainen de meiden gemiddeld 18 uur. Fenna, die ook nog extra ochtendtrainingen heeft voor het OJTS (Oranje Jong Talent turnen dames), traint maar liefst 22 uur per week. “Ja klopt, ik heb vanmorgen nog twee uur getraind”, zegt ze vol trots. Maar moeten jullie dan niet naar school? “Jawel, tuurlijk wel, net als iedereen, maar omdat wij topsport bedrijven hebben wij een aantal uur vrijstelling.” Moeder Jane vult aan: “Vaak is het meteen na school door naar de training, maar omdat Fenne ook in de OJTS zit traint ze wat vaker overdag. Er gaan heel wat uurtjes inzitten en straks, wanneer de meiden naar het voortgezet onderwijs gaan, moeten we ook kijken welke school werkt met topsport kids. Maar die zijn er gelukkig wel een aantal. Dit geldt ook voor de wedstrijden trouwens, de meesten zijn ver weg en de meiden hebben al toernooien meegedaan in Duitsland en Luxemburg.” “Ja, dat was echt vet”, zegt Fenne. “Het was een heel weekend en we sliepen daar in een hotel, nou ja slapen... we verbleven daar in een hotel”, lacht ze.

De meiden hebben al aardig wat prijzen in hun prijzenkast staan, o.a. diverse clubkampioenschappen en overwinningen tijdens toernooien. Ze hebben beide ook een mening over de vierde plek. “Dat noemen wij een poepplek, plaats één, twee en drie zijn goed, dan sta je op het podium, maar vierde, nee das echt vet balen, dat wil eigenlijk niemand, daarom een poepplek.”

Een favoriet onderdeel hebben de meiden niet echt. “We vinden eigenlijk alle onderdelen wel leuk om te doen, de vloer, balk en brug. Trouwens wil je zien wat we kunnen?” Dan wordt er een lange balk van ruim 3 meter onder de bank uitgeschoven, deze wordt in het midden van de kamer gelegd en de meiden laten zien wat ze kunnen. “Deze evenwichtsbalk heeft bijna het exacte formaat van een echte, die is 5 meter lang en 10,2 cm breed, anders heeft het geen nut en kun je niet heel goed oefenen thuis. Maar 5 meter past hier niet onder onze bank”. Ik vraag of ze alleen de balk gebruiken om te oefenen. “Oh nee hoor, wacht.” De balk gaat onder de bank, de salontafel gaat aan de kant, de stoelen iets naar achter en daar volgen de salto’s en flikflakken. Uhm gaat dat wel goed? “Jawel,” zegt moeder Jane, “zo gaat dat al jaren hier en er is in al die jaren nog nooit een lampje gesneuveld, dus dat zit wel goed.” “Daar wil ik wel even aan toevoegen dat Fenne ooit haar teen gebroken heeft met het oefenen thuis, dus het kan ook zomaar fout gaan.” zegt Mijke, de moeder van Fenne.

“Weet je wat het mooiste van alles is,” zegt Mijke, “doordat de meiden zo vaak met elkaar trainen en wedstrijden meemaken, zijn het echte vriendinnen geworden. Ook Eva die er nu niet bij is, hoort er echt bij. Die vriendschap is echt ontstaan door het turnen bij de Hazenkamp. Wij als ouders hebben ook een match, dat maakt het geheel absoluut wat makkelijker, wij zijn er immer altijd bij, bij de trainingen en ook bij de wedstrijden.”

Wanneer ik aan de meiden vraag wie hun favoriet is, antwoorden ze bijna in koor Simone Biles uit Amerika. De kleine Amerikaanse, slechts 1.42 meter lang, heeft een prijzenkast die echt enorm uitpuilt. De viervoudig Olympisch kampioene behaalde reeds 19 medailles op de Olympische Spelen en heeft als bijnaam $imoney. “Om haar te zien turnen is echt gaaf! Zo willen we het ook wel kunnen, op alle disciplines blinkt zij uit. Door haar prestaties is ze een echte ster in Amerika, das wel gaaf, dat krijg je in Nederland ook niet zomaar voor elkaar.”

Wie weet dames, zij is 23 jullie 10, er kan nog heel veel gebeuren. Ik hoop dat jullie een mooie turntoekomst tegemoet gaan, zonder blessures en met veel prijzen. En mochten jullie straks ooit tijdens de Olympische Spelen actief zijn, hoop ik dat ik jullie nogmaals mag interviewen. Het was gezellig dames, dankjewel daarvoor.