Jac Maris en het onderwijs

Jac Maris kwam in 1917 op 17-jarige leeftijd in Nijmegen wonen. Na nog een paar jaar rondgezworven te hebben wilde hij zich settelen en trachtte naast de productie van kunst ook inkomen te verwerven met het geven van onderwijs.

Jac Maris kwam in 1917 op 17-jarige leeftijd in Nijmegen wonen. Na nog een paar jaar rondgezworven te hebben wilde hij zich settelen en trachtte naast de productie van kunst ook inkomen te verwerven met het geven van onderwijs.

In september 1920 verzorgde hij een cursus tekenen en boetseren, een maand later gaf hij een lezing over  de kunst en in februari 1921 kreeg hij een aanstelling als leraar boetseren aan de Avondschool voor Handwerkslieden in Nijmegen. De betrekking was weliswaar tijdelijk en parttime,  maar duidelijk is wel dat Maris enige toekomst zag in het onderwijs en zijn kennis graag wilde delen met anderen. 

In 1926 kwam Maris in Heumen wonen, in het houten blokhuis dat Jan Luden er had neergezet, en waar tegenwoordig het museum in gevestigd is. Maris had nu een royale atelierruimte ter beschikking en kon dromen van grote werken. Na zo’n tien jaren van hard werken en weinig verdienen begon het hem beter te gaan. Hij zou de komende decennia opdrachten krijgen van particulieren, van kunsthandelaren en van de kerkelijke en wereldlijke overheid. Een belangrijk deel daarvan zou komen van onderwijsinstellingen. We vonden er zo’n veertig. Daarover gaat deze bijdrage.   

Religieuze werken
Een van de eerste opdrachten betrof  een groot reliëf van Jezus die zegt Laat de kinderen tot mij komen dat Maris in 1939 maakte voor een r.k. lagere school in Arnhem. Jezus neemt met zijn wijde mantel de kinderen in bescherming. Het was de tijd van het Rijke Roomse Leven. Maris maakte toen veel religieuze werken. Zo boetseerde hij voor de kleuterschool in Heumen een reliëf met een engelbewaarder, die de kinderen begeleidt.

De decennia na de oorlog waren die van de bevolkingsexplosie en de wederopbouw. Er werden toen vele scholen gebouwd en omdat de regering wilde dat 1% van de bouwsom besteed werd aan kunst, waren er vele opdrachten voor kunstenaars. Maris kreeg ze vanuit het hele land. Voor een katholieke lagere school in Amsterdam maakte hij in 1959-60 drie grote reliëfs van de schepping: aarde, water en lucht, met vissen, vogels en landdieren.

Drie meter hoge moeder
In de jaren zestig, in de tijd van de ontzuiling, komen er nieuwe onderwerpen. Voor een opleiding voor kleuterleidsters in Arnhem maakte hij een reliëf van een moeder die haar kind overdraagt aan de kleuterjuf en in 1963 voor een katholieke huishoudschool in Nijverdal een drie meter hoge moeder die met haar kind boodschappen gaat doen.  Moeder en kind dragen een opvallend modern hoedje. Voor de Sint Jozefschool in Malden maakte hij een Meisje met pony en toen in 1971 in Heumen een nieuwe lagere school werd geopend stond daar een werk van Maris dat een paard en een veulen voorstelde, symbool van leerkracht en leerling. Voor een school in Millingen maakte hij een bijna abstract groepje van drie kinderen. Een motief dat vaak werd gekozen voor schooldecoraties is dat van de vogel. De idee is dat kinderen aan het einde van de leerperiode de wijde wereld ingaan, zoals vogels het nest verlaten wanneer ze hebben leren vliegen.  Een grote staalsculptuur van vogels maakte Maris voor de Kroonwijkschool in Malden en voor een school in Haps.  Alle werken van de scholen uit Malden en Heumen zijn tegenwoordig te zien in het Ateliermuseum Jac Maris in Heumen, dat een soort depot is geworden voor gemeentelijk erfgoed.

De religieuze onderwerpen zijn overigens nooit helemaal uit het repertoire verdwenen. Met name scholen van protestantse signatuur, onder meer uit de zogeheten Bible Belt, vroegen Maris om werken waar een christelijke boodschap uit sprak. Meestal maakte hij dan composities met vis, water, aren en druiven, allemaal motieven met een symbolische betekenis. Het woord vis, in het Grieks ichthus, kan gezien kan worden als een afkorting van de woorden ‘Jezus Christus zoon van God en redder’. Water is een symbool omdat Jezus zichzelf soms het levende water noemde dat alle mensen laaft. Koren is als het woord van Jezus dat, als het in goede aarde valt, inspiratie geeft. Voor een school met de bijbel in Sprang-Capelle boetseerde hij in 1967 een groot reliëf met de wonderbare visvangst.

Buitenaardse wezens
In de laatste decennia van zijn leven stelde Maris zich vragen over de oorsprong van het menselijk leven. Iedere cultuur heeft daar eigen verhalen over en een theorie  uit die tijd hield het er op dat buitenaardse wezens hier als goden uit de hemel zouden zijn neergedaald. Zij zouden de beschaving gebracht hebben en bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor de Nazca lijnen in Zuid-Amerika. Maris fantaseerde toen met een aantal bijna abstracte kunstwerken over bouwwerken op vreemde planeten. Een daarvan werd gekocht door de Koning Willem II school in Tilburg

Maris is ook actief gebleven als leermeester. Rond 1952 gaf hij korte tijd boetseerles in Nijmegen aan wat later de Vrije Academie heette en in 1946 ging hij thuis lesgeven aan Els Tervoort, die weldra zijn vaste assistente werd. Hij is altijd iemand gebleven die zijn ideeën wilde uitdragen, met woord en daad.

 

Naar het overzicht

© 2024  |  RvB Media - Topic Magazines  |  Privacyverklaring