Museumgids bij de Buurderij

Vandaag hebben wij een gesprek met vrijwilliger Aloys Arts, een van onze museumgidsen bij de Buurderij. We beginnen meteen met de vraag of Aloys geboren en getogen is in Overasselt. De 72-jarige Aloys antwoordt: “Ja, met een klein uitstapje naar het dorp Heumen. Maar al gauw merkte ik dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik keerde na korte tijd weer terug naar ‘mijn dorp’ Overasselt.” Naast het gidsen heeft Aloys ook nog andere taken op de Buurderij. Zo is hij bijvoorbeeld betrokken bij het collectiebeheer, en hij verricht de nodige hand- en spandiensten. Hij helpt met onderhoud van de terreinen en ook bij de opbouw van onze drie traditionele markten is Aloys van de partij.

Wij willen graag weten hoe je betrokken bent geraakt bij de Buurderij. “Mijn broer André die al vrijwilliger was, had me al een paar keer gevraagd of ik video-opnamen wilde maken van de bouw van het karnhuis. In 2018 heb ik uiteindelijk ja gezegd en maakte ik de opnames. Maar je weet hoe het gaat; van het een komt het ander, dus in maart 2018 werd ik vrijwilliger bij het toenmalig Museum De Lage Hof.” In 2019 werd Aloys gids, nadat hij al eerder was begonnen met het collectiebeheer.

Op de vraag hoe Aloys het museum en zijn vrijwilligerswerk zou willen omschrijven is het antwoord: “Het is een leuke plek en dé manier om andere vrijwilligers te ontmoeten. Het ‘met zijn allen’ gevoel spreekt mij erg aan. En wat je graag wilt doen dat mag je doen. Er zijn verschillende werkgroepen om bij aan te sluiten, dus genoeg keus. Voor mij persoonlijk voelt het werken bij de Buurderij als een hobby. Je kan zelf bepalen hoeveel uren je wilt besteden. En het is altijd leuk om elkaar even te zien en bij te praten op de vaste woensdagochtend onder het genot van een bakje lekkere koffie.”

Er zijn wel veranderingen op komst. Er zijn plannen om over te gaan naar een verhalenmuseum. Er wordt nu hard gewerkt om de verhalen van vroeger te verzamelen en deze audiovisueel levendig te maken. Centraal is hierbij de vraag: hoe zat het boerenleven vroeger in elkaar? Het aantal gidsen zal langzamerhand minder worden, deze mensen zullen bij het verhalenmuseum vooral actief zijn om groepen te begeleiden en om vragen van bezoekers te beantwoorden. 

Vanuit het ‘open depot’ zal er in het verhalenmuseum regelmatig gewisseld worden met de tentoon te stellen objecten. Op dit moment wordt de collectie geherwaardeerd. Een hele klus! De intentie is in elk geval dat we in 2025 met het verhalenmuseum van start kunnen gaan.

Wat vinden mensen over het algemeen het leukst in het museum? Aloys vertelt: “Vooral voor de wat ouderen onder ons is dat de herkenning van vroeger, ik heb geregeld bezoekers gehad die een traantje moesten wegpinken.” De rondleiding duurt gemiddeld één tot anderhalf uur, afhankelijk van wat bezoekers zelf te vragen of te vertellen hebben. Aloys meldt dat nieuwe gidsen welkom zijn. “Je hebt er geen opleiding voor nodig. Wel is het fijn als je je gaat verdiepen in het museum en een beetje mensenkennis komt ook goed van pas. En, je moet een beetje kunnen kletsen” grapt Aloys.

Als laatste wil Aloys nog wel even kwijt dat hij trots is op het werk dat met zijn allen verricht wordt. De laatste open dag van dit jaar is op zaterdag 19 oktober.