Pootjes, snavels en oren
Wat is er aan de hand op het bloemrijke grasland van de heemtuin Malden? We vinden er hazenpootjes, ooievaarsbekken en muizenoortjes, op de akker leeuwenklauwen en zwaluwtongen…
- Topic Heumen en Mook-Middelaar
- Deel dit artikel
Wat is er aan de hand op het bloemrijke grasland van de heemtuin Malden? We vinden er hazenpootjes, ooievaarsbekken en muizenoortjes, op de akker leeuwenklauwen en zwaluwtongen…
De heemtuin lijkt niet zo’n geschikte verblijfplaats voor dieren, maar wees gerust, het blijken allemaal plantennamen te zijn. Bladeren, bloemen of zaaddoosjes van planten lijken vaak op snavels of klauwen van dieren en zo zijn de planten aan hun Nederlandse namen gekomen.
De zwaluwtong is een plant die zich met lange, draaiende stengels omhoog kan werken in de roggehalmen. De bladeren zijn driehoekig met een spitse top en lijken daardoor waarschijnlijk op een zwaluwtong. Het is niet de meeste geliefde plant die op de akker groeit, omdat hij het oogsten van de rogge bemoeilijkt.
De andere genoemde plantjes zijn meer welkom. Ze komen vaak in grote hoeveelheden tegelijk voor, maar het is niet zo dat je dan door de bomen het bos niet meer ziet. Sterker nog, vaak moet je op je knieën en goed zoeken. Eenmaal gevonden blijkt vaak pas met hoeveel ze zijn. Het hazenpootje en het klein vogelpootje horen beide bij de klavers, die weer een geslacht vormen binnen de vlinderbloemigen. Hun namen danken ze aan de vruchthoofdjes die na de bloei ontstaan. Het hazenpootje heeft dan cilindervormige hoofdjes die viltig behaard zijn en daardoor lijken op een hazenpoot. Als de zaden rijp zijn, helpen de haren bij de verspreiding ervan.
Het vogelpootje is nog kleiner. Bij de bloei zie je een paar minuscule roze-witte bloemetjes, die wel gevonden worden door heel kleine insectjes die dan voor de bestuiving zorgen. Dat resulteert in een soort kromme peultjes, vaak zo’n drie of vier bij elkaar die samen op een vogelpoot lijken. Deze plantjes kunnen groeien op zandig voedselarm land, waar ook wel grassen groeien, maar waar de hoeveelheid voeding niet voldoende is voor gras, duizendblad of boerenwormkruid om te kunnen overwoekeren. Zolang er open plekjes blijven doordat merels of muizen er pikken of graven kunnen de kleine plantjes er kiemen. Die open plekjes zijn ook fijn voor de zandhagedis en sprinkhanen om ’s morgens in het zonnetje te kunnen opwarmen. De ooievaarsbek heeft ronde ingesneden blaadjes en bloeit met paars-roze bloemen van ongeveer één cm groot. De zaaddoos die na de bloei verschijnt lijkt onmiskenbaar op de snavel van een ooievaar.
Gele composieten vormen een grote groep, vaak moeilijk uit elkaar te houden, planten. Behalve paardenbloemen hoort daar ook het muizenoortje bij. Uit een rozetje van bladeren komt een bloeistengel omhoog met één bloemhoofdje. Elk ‘bloemblaadje’ in dat hoofdje is een compleet bloemetje. Vandaar de naam composiet of samengesteld. De rozetbladeren zijn spatelvormig en zacht behaard, inderdaad, muizenoren.
Terug op de akker kunnen we kleine leeuwenklauwen aantreffen. De naam van deze plant uit de rozenfamilie klinkt krijgshaftig, maar ook voor dit piepkleine plantje moet je wel door de knieën. Als je dan toch op je knieën in het grasland of naast de akker zit, kijk dan eens goed hoe groot de verscheidenheid is aan planten. Met een loepje erbij gaat er een onbekende wereld voor je open.
Meer weten over de heemtuin of vragen?