De hobby van… Dick Reijnen
Archeologie, met name van de oude gemeente Boxmeer
- Topic Boxmeer
- Wanda Havens
- Deel dit artikel
Archeologie, met name van de oude gemeente Boxmeer
Een van de vroegste archeologische opgravingen in Boxmeer vond plaats na de Tweede Wereldoorlog op de locatie van de verwoeste Sint Petruskerk. Dergelijke ontdekkingen geven de geschiedenis een nieuwe dimensie. Ook Dick Reijnen uit Boxmeer draagt bij aan het tot leven brengen van het verleden door zijn passie voor archeologie.
Op veertienjarige leeftijd liet Dick Reijnen (77) altijd de hond uit dwars over de velden bij de Boxmeerse Sweelinck. Regelmatig vond hij daar allerlei zaken die hij aan zijn oom liet zien, die directeur was van het archeologisch museum Eicha. Dick: “Hij gaf me tips waar ik op moest letten. Steeds verder ging ik me verdiepen in archeologie. Het eerste boek dat ik over dit onderwerp las, was ‘Het avontuur van de archeologie’ van Anne Terry White, dat ik van mijn Heeroom had gekregen. Ik vroeg me af of ik ook schatten in de omgeving van Boxmeer zou kunnen vinden.”
Weetje: De parochies Boxmeer, Sambeek en Beugen worden voor het eerst genoemd in een oorkonde van 1294. Boxmeer werd toentertijd Meer genoemd. De naam Boxmeer is ontleend aan de familienaam De Boc. Jan de Boc woonde op het kasteel van Boxmeer.
In boeken over archeologie zocht Dick met veel interesse naar de oorsprong van zijn vondsten die hij zorgvuldig in dozen bewaarde. Hij bestudeerde kaarten, ging naar musea, sloot zich aan bij een archeologievereniging en woonde lezingen bij. Daar waar nieuwe wegen werden aangelegd of huizen werden gebouwd, was Dick te vinden, altijd op zoek naar bijzondere opgravingen. Zijn passie voor archeologie groeide met de dag. “Het leek me geweldig om archeoloog te worden. Mijn ouders vonden het echter geen goed idee, daar zou geen droog brood mee te verdienen zijn. Daarom ben ik leraar geworden en heb ik veertig jaar met veel plezier in het speciaal onderwijs gewerkt.” En daarin kon Dick zijn passie voor archeologie delen met zijn leerlingen. In zijn klas stonden altijd twee vitrinekasten waarin wisselende tentoonstellingen werden gepresenteerd. Daarnaast nam hij zijn klas mee naar het veld. “Alles wat ze vonden, mochten ze meenemen en in de klas bekeken we het samen. Ik kon er veel over vertellen.”
Weetje: Het gebied langs de Maas leende zich uitstekend voor bewoning. Langs de Maas lagen uitgestrekte zandduinen, hoge zandruggen en stroomruggen, waar men een veilig woonverblijf had. De oudste bewoningssporen, die teruggaan tot ongeveer 6000 voor Christus, zijn teruggevonden op deze zand- en stroomruggen.
In 1982 breidde Dick zijn gereedschap uit met een metaaldetector, waarmee hij als het ware onder de grond kan 'kijken'. Bij het voormalige AC-restaurant ontdekte hij een fraaie stenen bijl. In een veld in Boxmeer vond hij Romeinse munten en mantelspelden. Ook armbandjes van glas uit de Keltische tijd, die werden gebruikt als ruil- en betaalmiddel groef hij op. Tijdens de opgravingen bij Sterckwijck Beugen was hij dagelijks te vinden en hij hield daarvan een weblog bij. Een bijzonder belangrijke ontdekking deed hij met behulp van een radarplaatje van het Amerikaanse leger, de USA Army. Waar eerder werd aangenomen dat het B-17 Flying Fortress-bommenwerper, waar dit plaatje vandaan kwam, in Afferden was neergestort, bleek na grondig onderzoek dat de crashplaats zich op het grondgebied van Boxmeer bevond. “Het vliegtuig had negen bemanningsleden aan boord. Toen er technische problemen waren sprongen acht van hen eruit, terwijl één met een parachute in het Beugens veld landde. Gelukkig overleefden ze allen de crash, maar werden ze wel gevangen genomen door de Duitsers. Met de vondst van dat ene kleine plaatje ging er een wereld open. De copiloot van het vliegtuig heeft me zelfs ooit bezocht. Inmiddels is alles bekend over dit vliegtuig, dat is superleuk.”
Weetje: De grootschalige archeologische onderzoekingen aan de Maasbroeksche Blokken en Sterckwijck hebben een belangrijk stuk toegevoegd aan de geschiedenis van ons gebied langs de Maas en daardoor de historie verder compleet gemaakt. De archeologische opgravingen op Sterckwijck brachten zelfs 72 erven aan het licht van de Steentijd tot aan de Middeleeuwen
Nu Dick met pensioen is, heeft hij nog meer tijd voor zijn passie. “Ik geef lezingen en verzorg gastlessen op scholen. Ik vind het nog steeds belangrijk jongeren te betrekken bij mijn ervaringen en mijn kennis over te dragen. Ik ben betrokken bij Historische Vereniging Nepomuk Boxmeer, schreef mee aan het boek ‘Door de eeuwen heen’ en ben bestuurslid van Stichting Boxmeers museum. In het depot van dit museum is mijn verzameling vondsten opgeslagen. Ik heb alles netjes geregistreerd. Wanneer ik tegenwoordig een opgraving doe, is het met de moderne technieken als internet, Google Lens of diverse forums op Facebook gemakkelijk te achterhalen.” Naast alle waardevolle stukken, spoort Dick ook weleens een voorwerp op dat hij niet had willen vinden. “Bij de Maas vond ik een grote bom. Professionals hebben deze laten ontploffen. Je weet nooit wat je gaat vinden, soms ben je verrast naar wat er boven komt.
Weetje: Het rijkst vertegenwoordigd in de oude gemeente Boxmeer is de Romeinse Tijd die duurde van 12 tot 450 na Christus. Dit is niet helemaal vreemd omdat door dit gebied de Romeinse weg van Tongeren, België, via Blerick en Cuijk naar Nijmegen liep. Het talrijkst zijn de grafvelden verspreid langs deze weg, waarvan er in de gemeente Boxmeer alleen al vijf bekend zijn.
“Mijn grootste wens is om nog ooit een regenboogschoteltje te vinden. Dat is een bijzondere munt uit de IJzertijd, maar die zijn moeilijk te vinden met een detector. Volgens de wet mag je niet dieper dan dertig centimeter graven. Ik vind het heerlijk om in de buitenlucht met mijn hobby bezig te zijn en hoop nog vele mooie ontdekkingen te doen en die, als het kan, zelf te restaureren.”
Weetje: Op meerdere plaatsen in Boxmeer zijn sporen uit de Bronstijd, 2000-800 voor Christus aan het licht gekomen. Een van die plaatsen betrof een haard- of stookplaats met aardewerkscherven uit de Hilversumcultuur, 1500 voor Christus. Een scherf was versierd met touwindrukken, hetgeen kenmerkend is voor deze cultuur.