Niet wakker
Het is iets voor negen uur in de ochtend als ik worstel met het kettingslot van mijn fiets bij het Maasziekenhuis. Ik hang zo’n beetje op kop onder mijn fiets om de sleutel uit het slot te krijgen, als een jongeman zijn fiets naast de mijne parkeert. “Goh, Boxmeer is volgens mijn nog niet wakker,” moppert hij. Terwijl ik de sleutel met wat brute krachten uit het slot probeer te trekken, vraag ik: “Hoe bedoel je nog niet wakker?” “Al drie keer heb ik onderweg goedemorgen gezegd, en niemand zegt iets terug, echt helemaal niemand,” antwoordt hij. Ik kruip onder mijn fiets vandaan en zeg: “Dat is inderdaad vervelend. Misschien hebben ze niet goed geslapen vannacht? Of zijn ze gewoon chagrijnig omdat hun ochtend niet zo soepel verloopt, zoals hier bij mij, met een sleutel die niet doet wat ik wil.”
- Column
- Topic Boxmeer
- Topic Cuijk
- Topic Maasduinen
- Wanda Havens
- Deel dit artikel
Het is iets voor negen uur in de ochtend als ik worstel met het kettingslot van mijn fiets bij het Maasziekenhuis. Ik hang zo’n beetje op kop onder mijn fiets om de sleutel uit het slot te krijgen, als een jongeman zijn fiets naast de mijne parkeert. “Goh, Boxmeer is volgens mijn nog niet wakker,” moppert hij. Terwijl ik de sleutel met wat brute krachten uit het slot probeer te trekken, vraag ik: “Hoe bedoel je nog niet wakker?” “Al drie keer heb ik onderweg goedemorgen gezegd, en niemand zegt iets terug, echt helemaal niemand,” antwoordt hij. Ik kruip onder mijn fiets vandaan en zeg: “Dat is inderdaad vervelend. Misschien hebben ze niet goed geslapen vannacht? Of zijn ze gewoon chagrijnig omdat hun ochtend niet zo soepel verloopt, zoals hier bij mij, met een sleutel die niet doet wat ik wil.”
De jongeman haalt een tas onder zijn snelbinders vandaan en zegt: “Weet je, mensen moeten gewoon eens wat vrolijker zijn, ondanks dat ze niet goed geslapen hebben of zo!” Met grote passen baant hij zijn weg naar de ingang van het ziekenhuis. Ik kijk hem na tot hij door de draaideur is verdwenen. Mensen zouden vrolijker moeten zijn, tja, hij heeft natuurlijk wel een punt. Ik kruip weer onder mijn fiets, duw het slot nog eens goed in elkaar en draai tegelijkertijd de sleutel een slag. “Ja”, roep ik vrolijk, “gelukt!”
Terwijl ik de sleutel in mijn jaszak stop denk ik aan de jongeman. Natuurlijk zou het fijn zijn als de wereld gevuld zou zijn met alleen maar vrolijke mensen. Dat zou een ideale samenleving zijn, maar waarschijnlijk niet realistisch. Altijd alleen maar vrolijk zijn kan waarschijnlijk niemand, maar als iedereen nou eens, zoals de jongeman zegt, een tikkeltje goed gezind is, komt het vast goed. Terwijl ik naar de ingang van het ziekenhuis loop, groet ik een passant met de vrolijkste goedemorgen die ik op dat moment heb.